10. God is de Here der Heerscharen, de God van de hemelse
legermachten 10.1. Zo wordt God genoemd Keer op keer wordt in de Bijbel over
God gesproken als 'de Here der Heerscharen'. De uitdrukking komt meer dan tweehonderd
keer voor in het Oude Testament. "De Here der heerscharen
is met ons, een burcht is ons de God van Jakob" (Psalm 47:8,12) Jeruzalem wordt genoemd 'de stad van
de Here der Heerscharen' (Psalm 48:9) "Gij
zult de goddelozen vertreden, want tot stof zullen zij zijn onder uw voetzolen
op de dag die Ik bereiden zal, zegt de Here der heerscharen. (Maleachi 4:3) 10.2. Hij is de bevelhebber van de uit engelen bestaande hemelse legermachten
God is de Heer (de bevelhebber) van de
uit engelen bestaande (heerscharen) hemelse legers.
Dit is de betekenis van de uitdrukking "Here der Heerscharen". Heerschaar is een ouderwets Nederlands
woord voor leger of legermacht. God voert het directe bevel over de
engelen. Hij is de Here der Heerscharen, dat is de God die de engelen opdracht
geeft om oorlog te voeren, te strijden, te bewaken, om oordelen uit te voeren. (Zie onder
meer uit de serie over de engelen de studie 'Wat doen ze' bij 7.2. de punten 2 en 6) Jezus zei dat Hij zo twaalf legioenen
engelen te hulp kon roepen om hem te bevrijden, als Hij dat zou hebben gewild.
(Matth. 26:53) Legioen is een militaire term. Ongeveer zoiets als tegenwoordig
brigade of divisie. Een
Romeins legioen bestond uit ongeveer 6000 man. 10.3. Oorlogvoeren De bijbel
spreekt erover dat Gods heilige engelen op een bepaald moment oorlog voeren tegen de satan en de andere gevallen
engelen. "En er kwam oorlog in de hemel;
Michael en zijn engelen hadden oorlog te voeren tegen de draak (de satan); ook
de draak en zijn engelen voerden oorlog, maar hij kon geen standhouden. En hun
plaats werd in de hemel niet meer gevonden." (Openb. 12:7.) Daniel zette op een bepaald moment
zijn hart er op om inzicht te krijgen en om zich voor God te verootmoedigen. In
reactie kwam de engel Gabriel met een boodschap. Eenentwintig dagen nadat hij
begonnen was met God te zoeken. De engel Gabriel vertelt dat hij werd
gehinderd en opgehouden door een andere engelmacht. De vorst van het koninkrijk
der Perzen stond 21 dagen tegenover hem. Dat was niet de letterlijke toenmalige
menselijk vorst van Perzie. Het gaat om de engelenmacht achter deze vorst, een
engel van de satan. Gabriel en deze engelvorst der Perzen stonden blijkbaar
tegenover elkaar in een soort patstelling. Gabriel kon Daniel niet bereiken.
Daarop kwam een andere engel Gabriel te hulp zodat hij de overhand behaalde en
alsnog de boodschap aan Daniel kon overbrengen. "doch zie, Michael, één der
voornaamste vorsten, kwam mij te hulp, zodat ik daar bij de koningen der
Perzen, de overhand behield; en ik ben gekomen om u te
verstaan te geven wat uw volk in het laatst der dagen overkomen
zal" (Daniel 10:13,14) Een heilige engel met de naam Michael
was Gabriel te hulp gekomen in zijn strijd tegen de koningen (meervoud) der
Perzen, tegen de engelenmachten achter dit rijk. Dit toont iets van de geestelijke
strijd die zich in de hemelse gewesten afspeelt rondom het volk van God
(Israel, de gemeente), en ook rondom individuele christen, gemeenten en alles
wat onder leiding van God en in de naam van God wordt gedaan. (De man gabriel
- Dan. 9:21, 8:16 De engel gabriel
- Lucas 1:26, 11,13,18,19) 10.4. Open zijn ogen opdat hij zie Er gebeurt meer dan wij vaak beseffen. Dat blijkt b.v.
uit het verslag van Elisa en zijn knecht uit 2. Koningen 6. De koning van Aram had een leger
gestuurd om de profeet Elisa gevangen te nemen. Elia was in een stad en de
arameese soldaten wisten dat hij daar was. De stad werd omsingeld. De knecht
van Elisa maakte zich daar zorgen over. Zie wat Elia tegen hem zie en voor hem
bad. "Elisa zei: Vrees niet, want zij
die bij ons zijn, zijn talrijker dan zij, die bij hen zijn. Toen bad Elisa:
Here, open toch zijn ogen, opdat hij zie. En de Here
opende de ogen van de knecht en zie, de berg was vol vurige paarden en wagens rondom
Elisa." (2 Kon. 6:16,17) De knecht van Elia kreeg een blik in
de onzichtbare wereld. Nadat Elia voor hem had gebeden
"Here open zijn ogen opdat hij zie". Blijkbaar wist Elia wel dat de
engelenmacht er was, zag hij ze of had God hem het anders geopenbaard? Of wist
hij simpelweg dat die engelenmacht altijd bij hem was? 10.5. Toch is God niet afhankelijk van engelen God zou ook zonder gebruik van zijn
engelen kunnen ingrijpen. God is immers de Almachtige, de God die spreekt en
het is er. God is ook alwetend, hij weet alles van te voren, Hij kan nooit
verrast worden. God gebruikt engelen omdat Hij er voor
gekozen heeft omdat te doen, omdat hij daar een welbehagen in heeft. Omdat Hij
daar vreugde in heeft. Het is eigenlijk belachelijk dat een
schepsel (of het nu een mens of een engel is) zich denkt te kunnen verzetten
tegen de Almachtige God. God lacht om zijn vijanden (Psalm 2:4). Er is wel
geestelijke strijd maar het is een ongelijke strijd. God wint die strijd
precies op de wijze en op het moment dat Hij heeft bepaald. Gods overwinning is
geen dubbeltje op zijn kant. De volledige serie
over de engelen |