BIJLAGE D - VALLEN IN DE GEEST

 

Zegt de Bijbel iets over "vallen of rusten in de Geest"? In een aantal gevallen noemt de bijbel mensen, die vallen in Gods tegenwoordig­heid. Maar komt dat overeen met wat men tegenwoordig onder vallen in de Geest verstaat?

 

D.1.  Mensen die vallen in Gods tegenwoordigheid

 

1. God verschijnt aan Abraham en deze valt op zijn aangezicht (Gen. 17:1-3). God neemt het initiatief tot het maken van een verbond met hem.

2. Mozes kreeg een openbaring van de Here God, toen hij bij het brandende braambos ging kijken (Exodus 3:5). God openbaart Zich als de IK BEN. Hierin zien we een voorverschijning van de Here Jezus.

3. Jozua staat als opperbevelhebber voor de poorten van Jericho en wordt door iemand aangesproken. Als hij vraagt aan de onbeken­de wie hij is, krijgt hij te horen: IK ben nu gekomen. Het is de Vorst van het leger des Heren, anders gezegd de Heer Jezus Zelf. Daarop werpt Jozua zich op zijn aangezicht ter aarde. Dan wordt hem gezegd dat hij de schoenen van zijn voeten moet doen omdat hij op heilige grond staat (Jozua 5:14,15).

4. Het volk Israël krijgt de boodschap, dat de Here God aan hen zal verschijnen en de heerlijkheid Gods verschijnt aan hen. Het vuur uit de hemel verteert het offer dat op het altaar ligt. Het volk juicht en ze werpen zich allen op hun aangezicht (Lev. 9:4; 23,24).

5. Ook de bekende Bileam met zijn sprekende ezel maakt zoiets mee. De ezel waarop hij zit ziet de engel des Heren met een vlammend zwaard op zijn weg. Het dier wijkt uit. Bileam, die niets ziet, slaat er op los. Tot God hem de ogen opent. Hij knielt en werpt zich op zijn aangezicht (Num. 22:31).

6. In het boek Richteren lezen we van Manoah, de toekomstige vader van Simson. De Engel des Heren verschijnt op verzoek een tweede keer aan zijn vrouw. Ze gaat haar man roepen. Haar wordt aangezegd dat ze zwanger zal worden van een zoon. Als ze er op staat een offer te brengen wordt dat aanvaard. Als de Engel dan opstijgt in de vlam, begrijpt het echtpaar het wonder. Ze hebben God gezien en werpen zich op hun aangezicht op de grond (Richte­ren 13.20).

7. Elia bevindt zich op de Karmel waar de confrontatie plaats vindt tussen de God van Israël en Baal. Deze laat niet van zich horen ook al snijden zijn honderden priesters zich met messen om hem toch te bewegen in te grijpen. Het volk dat zolang en zo diep in de afval van God heeft geleefd staat er onbeslist bij.

Als tenslotte Elia God aanroept, valt het vuur uit de hemel en verteert het offer op het altaar. Toen het gehele volk dat zag, wierpen zij zich op hun aangezicht en zeiden: De Here die is God! (1 Koningen 18:21,39).

8. Ook koning David kan genoemd worden. Hij valt met de oudsten van het volk op zijn gezicht als hij de Engel des Heren met getrokken zwaard in de lucht ziet staan om het oordeel te vol­trekken (1 Kronieken 21:16).

9. Bij de inwijding van de tempel verschijnt de heerlijkheid des Heren in een wolk, die het hele Huis vervult. De priesters konden vanwege de wolk niet blijven staan om hun dienst te doen. Dat wil niet zeggen, dat ze vielen. Ze konden zich misschien terugtrek­ken. Dat blijkt niet duidelijk uit de tekst (2 Kronieken 5:14).

10. Als de profeet Ezechiel de heerlijkheid Gods ziet valt hij bij drie achtereenvolgende gelegenheden op zijn aangezicht (Ez. 1:28; 3:23;44:4-5). Die heerlijkheid was zichtbaar (Ez. 11:22). De Geest laat niet toe dat hij blijft liggen, maar laat Ezechiel staan met nieuwe kracht (Ez. 2:1; 3:24).

11. Daniel heeft een ontmoeting met de engel Gabriel. Hij ziet een visioen, hij hoort en ziet bewust. Hij bezwijmt en valt op zijn gezicht ter aarde (Dan. 8:1-17). Als hij na weken rouw bedrijven weer een visioen ziet, ziet hij het alleen.

Daniel blijft achter zonder kracht en verbleekt. Hij hoort woorden en bezwijmt, valt met zijn aangezicht ter aarde. Hij wordt aangeraakt en moet direct opstaan, waarvoor hem de kracht gegeven wordt. Hij staat op handen en knieën en siddert (Dan. 10:2-10). Hij krijgt profetieën inzake gebeurtenissen van de eindtijd.

12. In het evangelie van Mattheus staat het verslag van de verheerlijking van Jezus op de berg. Bij het spreken van God werpen de discipelen zich op hun aangezicht en worden zeer bevreesd (Matth. 17:6).

13. In het Marcus-evangelie worden demonen beschreven die zich voor Jezus neerwerpen en belijden dat Hij de Zoon van God is (Marcus 3:11).

14. In het Lucas-evangelie vinden we het verslag van de bezetene in het land der Gadarenen. Hij werd door boze geesten voortgedre­ven en viel neer aan de voeten van Jezus. De boze geesten lieten hem uitroepen: Wat hebt Gij met mij te maken, Jezus, Zoon van de allerhoogste God (Lucas 8:28).

15. In het boek Handelingen wordt vermeld dat Paulus op de weg naar Damaskus een licht uit de hemel zag en ter aarde viel. Hij was drie dagen blind; hij at of dronk niet (Handelingen 9:9; 22:6).

16. Johannes op Patmos viel als dood voor de voeten van Jezus toen hij de verheerlijkte Jezus zag (Openbaring 1:17).

17. De vier dieren en de 24 oudsten werpen zich voor het Lam neer (Openb. 5:8). Ze werpen zich neder en aanbidden (Openb. 5:14). Ze werpen zich op hun aangezicht (Openb. 7:11; 11:16; 19:4).

18. Als Johannes in zijn verbazing een engel wil aanbidden wordt dat ogenblikkelijk afgewezen (Openbaring 19:10). Hij is zo overweldigd door wat hij meemaakte dat hij het nog een keer doet. Ook dan wordt het geweigerd (Openb. 22:8)

 

D.2.  Reactie op Gods verschijning

 

Uit de bijbel blijkt, dat, zowel in de hemel als op de aarde, de mensen op Gods verschijning en heerlijkheid op precies dezelfde wijze reageren. Ze vallen in aanbidding voor Hem neer.

Vanuit de gegevens die door de bijbel worden aangereikt blijkt, dat de betrokkenen vanaf de tijd van de buitengewone ontmoeting een diep Godsbesef hebben, zoals zij tot dusver niet hebben gekend. Er valt een grote stilte rond deze mensen. Ze krijgen een opdracht, zelfs tot in bijzonderheden.

Abraham moet zich en de zijnen laten besnijden als teken van het verbond. De gebeurtenis heeft betrekking op het nageslacht van Abraham.

Mozes moet naar de Farao, door wie hij misschien nog werd gezocht wegens doodslag van een Egyptenaar. Hij wordt gezonden met de boodschap dat hij Gods volk moet uitleiden uit Egypte.

Jozua moet om de stad heentrekken totdat de muren van Jericho vallen. God gaat hun het beloofde land geven, waarbij Jericho moet vallen. Bileam wordt tegen alle bedoelingen van

Balak in door God gezonden om een zegen in plaats van een vloek over Israël uit te spreken.

Manoah en zijn vrouw krijgen te horen dat hun zoon Simson zal beginnen met de bevrijding van Israël van hun vijanden.

Koning David heeft zich met zijn volkstelling een oordeel van God op de hals gehaald. De engel komt om het gericht tot uitvoering te brengen. David ziet de engel en smeekt het volk te sparen.

Elia staat als eenling op de Karmel om een einde te maken aan de afgoderij van koning Achab en koningin Izebel, die daarin het volk hebben meegesleept. Nadat het vuur uit de hemel is gevallen belijdt het volk;: de Here, die is God.

Ezechiels ervaring is zo ingrijpend, dat hij 7 dagen verbijsterd achterblijft (Ez. 2:15). Hij moet spreken tot het volk. Bij een ander gelegenheid begint hij luidkeels te roepen in smeekgebed en voorbede wanneer hij ziet dat God iemand in het gericht ombrengt (Ez. 11:15,13). Heel Israël is in het geding.

Daniel krijgt de boodschap voor de eindtijd en is ziek van de gebeurtenis als hij het allemaal moet verwerken. Hij moet de boodschap brengen aan meerdere elkaar opvolgende koningen. God openbaart aan hem het grote schema van de wereldgebeurtenissen tot de eindtijd, waarbij de gehele mensheid is betrokken.

 

In de huidige overtrokken geïndividualiseerde samenleving, waar ieder zo vergaand op zichzelf betrokken is, moet er op gewezen worden dat het in al deze schriftplaatsen gaat om het collectief.

Het gaat niet om ervaringen, die strikt persoonlijk zijn en die zich beperken tot degene aan wie het overkomt. Het gaat om gebeurtenissen die hun weerslag hebben/krijgen op groepen, soms op hele naties. Het gaat daarbij niet altijd om het directe hier en nu, maar soms om ver weg liggende, eschatologische gebeurte­nissen. Dat zijn gebeurtenissen die met de toekomst te maken hebben.

 

D.3. Enkele conclusies

 

Uit de hierboven, onder D.1. besproken, voorbeelden uit de Bijbel kunnen een aantal conclusies worden getrokken:

 

1. Alle personen die werden besproken vallen voorover in de tegenwoordigheid van God, de Engel des Heren (een voorverschij­ning van de Here Jezus) of een aartsengel.

 

2. In de bijbel, en dat is heel belangrijk, vallen mensen nooit door de tussenkomst van een mens. Ze vallen in de directe ontmoe­ting met de Godheid, of een engel, nooit komt er een derde aan te pas. Nooit door middel van handoplegging, of zelfs maar een vinger wijzen in de richting van de persoon die gaat vallen.

 

3. Het achterover vallen vindt plaats in geval van oordeel of het opzij zetten van Gods tegenstanders[1]. In de bijbel komt achter­over vallen vier maal voor tengevolge van een oordeel van God, vanwege ongeloof of zonde:

- Genesis 49:17; de berijder van het paard stort achterover.

- 1 Sam. 4:18; de hogepriester Eli stort achterover met zijn stoel en breekt zijn nek.

- Jesaja 28:13; de leiders van Jeruzalem zullen achterwaarts struikelen en te pletter vallen.

- Johannes 18:6; de soldaten die Jezus komen arresteren vallen achterover.

 

4. Het initiatief voor zo'n gebeurtenis gaat altijd van God uit. Nooit zien we in de bijbel een mens zich uitstrekken naar deze ervaring. Het overkomt de mensen, ze zoeken het niet. In de bijbel wordt het niet aangemoedigd, noch ertoe opgeroepen of uitge­lokt. De betrokken zelf zouden de gebeurtenis het liefst vermeden hebben.

 

5. Nergens in de bijbel is er sprake van het beleggen van een bijeenkomst waarin dit "vallen of rusten in de geest" georgani­seerd plaats vindt of zou moeten vinden.

 

6. Wanneer mensen zich op hun aangezicht hebben geworpen, wordt niet toegestaan dat ze blijven liggen. Ze moeten meteen opstaan en krijgen daarvoor de kracht, indien nodig zelfs bij herhaling. Sommigen zijn dagenlang van streek en verbijsterd door de gebeur­tenis.

 

7. Wanneer mensen in de Bijbel "vallen" is dat nooit voor bevrij­ding of tot het komen van het beter functioneren van hun eigen geestelijk leven. Het is nooit privé, het is altijd gericht op het collectief.

De praktijk van onder meer John Wimber[2] waarbij mensen urenlang voor- of achterover liggen en zich daarbij kalm voelen met een verheven gevoel van onverschilligheid ten opzichte van de omstan­digheden moet vanuit de bijbel radicaal afgewezen worden. Dat er geen nawerkingen zijn, goed noch slecht, is nadrukkelijk onjuist.

 

8. In de Bijbel is er sprake van grote vrees bij de mensen, die het meemaken. Ze hebben een ontmoeting met de Godheid of een engel. Dat is zo overweldigend, dat een mens niet op de been kan blijven. Vaak vallen ze dan ook in onmacht en werpen zich in aanbidding voorover op hun aangezicht. Ze worden in de meeste gevallen opgewekt om niet bevreesd te zijn.

 

9. In meerdere gevallen wordt Gods heerlijkheid zichtbaar. Wanneer er anderen bij zijn, zoals bij Daniel en ook bij Saulus van Tarsis, zijn de omstanders zich terdege bewust van een bovennatuurlijke gebeurtenis en vluchten in verslagenheid.

 

10. De ontmoeting die God met de mens heeft en waartoe het initiatief steeds van Hem uitgaat, heeft een zeer bepaalde bedoeling.

Zij die bij een dergelijke gebeurtenis zijn betrokken krijgen een opdracht en/of geven zich in Gods heerlijkheid over aan aanbid­ding. De opdracht op aarde wordt vaak uitgevoerd onder moeilijke omstandigheden en (soms) onder groot lijden.

Wat deze geroepenen hebben doorleefd met God in die directe ontmoeting stelt hen in staat de opdracht uit te voeren. Ze worden bekrachtigd om de taak te verrichten en, als het nodig mocht blijken, ook het lijden dat daar aan verbonden is te doorstaan.

 

11. De bijbel legt geen verband tussen "vervuld zijn met de Heilige Geest" of "genezing" en het "neervallen voor Gods aange­zicht.[3]"

 

D.4. Beoordeling

 

Het verschijnsel van het "vallen in de geest", zoals dat in charismatische kring voorkomt, vindt geen steun in de bijbel. Dat roept de vraag op hoe men dit verschijnsel moet verstaan.

Het kan verklaard worden door beinvloeding van de mensen, mensen die zich gemakkelijk laten beïnvloeden. In een massameeting kan het overslaan op de gehele menigte. Maar er is een andere verkla­ring die veel zorg­wekkender is. Het verschijnsel van het vallen of tegen de grond slaan is bekend in het Hindoeïsme Daar wordt het aangeduid met de term Shakti Pat. De bekeerde, voormalige Hindoe, Rabi Maharaj beschrijft in zijn boek[4] dit begrip als volgt:

Shakti Pat, "een uitdrukking, die gebruikt wordt voor de aanra­king van een goeroe, gewoonlijk met zijn hand, op het voorhoofd van de vereerder, wat bovennatuurlijke effecten teweegbrengt. Shakti betekent letterlijk "macht" en in het toebrengen van shakti pat wordt de goeroe een kanaal van oerkracht, de kosmische kracht, die aan het universum ten grondslag ligt en die beli­chaamd is in de godin Shakti, de gemalin van Shiva.

Het bovennatuurlijke effect van Shakti door de aanraking van de goeroe kan de vereerder tegen de grond doen slaan, of hij kan een helder licht zien, en een ervaring krijgen van innerlijke ver­lichting of nog een andere mystieke psychische ervaring hebben." Hier heeft men te doen met een medium, een medium is iemand die krachten van boze geesten doorgeeft.

Maharaj vertelt in hetzelfde boek dat hij nog maar dertien jaar oud was toen hij de "shakti pat" al toediende aan mensen. Hij verduidelijkt erbij dat Shakti een van de namen is van Kali. Shiva's moorddadige, bloeddrinkende gemalin, de moedergodin van de machten die de oerkracht, die in het hart van het universum stroomt, verleent. Het was voor Maharaj destijds een opwindende gedachte dat hij "kanaal" van haar macht zou worden[5].

 

Het vallen in de Geest zoals dat in charismatische samenkom­sten wordt "bediend" mist elke bijbelse grond. Het is daarentegen wel bekend in het Hindoeïsme. De krachten die er werken zijn psychisch en zeer waarschijnlijk occult.  

(Deze bijlage, over het vallen in de Heilige Geest, is genomen uit de brochure "Met vallen en opstaan." De brochure is geschre­ven door drs. Karel van Berghem[6]. De volledige brochure staat onder de link "chari­s­ma­tisch" op mijn homepage: http://www.sol­con.nl/a­pgeelhoed)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 



    [1]Persoonlijk heb ik, A.P. Geelhoed, meegemaakt dat een gebonden en bezeten man geregeld plotseling door boze geesten acherover werd ge­gooid.

    [2]John Wimber and Kevin Springer, "Power Healing". (San Francisco, Haprer & Row Publishers, 1987, p. 216.

    [3]Hier wordt het bijbelse neervallen voor God bedoeld. Het achterovervallen door middel van handoplegging, aanraking of ietsdergelijk door een mens ontbreekt geheel in de bijbel.

    [4]Rabi Maharaj, "De Goeroe is dood", Culemborg, Internationa­le Bijbelbond, 1981, p. 247

    [5]Rabi Maharaj, "De Goeroe is dood", p. 86

    [6]Broeder van Berghem is de eerste voorganger van onze gemeente. De Heer heeft hem gebruikt voor het ontstaan van de gemeente.

HOME
De serie over de Heilige Geest