14. Zonde niet tot de dood

 

1 Johannes 5:16.

 

Hier is sprake van "zonde niet tot de dood." Dan moet er blijk­baar ook zonde tot de dood zijn.

Het gaat in dit bijbelgedeelte niet om eeuwig leven of eeuwig verloren gaan (de tweede dood). Een christen kan soms zo koppig zijn, en door gaan met zondigen, tegen Gods waarschuwingen in, dat God hem of haar moet tuchtigen. Die tuchtiging kan ver gaan zoals b.v. uit 1 Kor. 11:29-31 blijkt. "daarom ... ontslapen (sterven) niet weinigen." Paulus zegt (in 1 Kor.5:5[1]) dat hij iemand had overge­ge­ven aan de Satan tot verderf van zijn lichaam opdat zijn geest bewaard zou blijven.

We moeten bidden en werken om christenen die zondigen en dwalen terug te brengen, maar blijkbaar moeten we hen, als zich verhar­den, overlaten aan het oordeel van God. Als iemand werkelijk een kind van God is zal God hem tuchtigen[2], als hij niet wil luiste­ren naar Gods waarschuwingen (Hebr. 12).

 



    [1]Zie ook 1 Tim. 1:20

    [2]Over de tuchtiging van God, zie studie 16 "Wat gebeurt er als een christen zondigt?" uit "de praktijk van het christenleven I".




Naar de serie bijbelstudies over de zonde
HOME