17. Schuld, schuldgevoelens

 

17.1  Schuldig ben je als je iets misdaan hebt

 

Je bent schuldig tegenover God als je iets misdaan hebt in Gods ogen. Als je Gods wet en wil hebt overtreden. Overtreding brengt schuld.

 

"en dus schuldig geworden is"  (Lev. 4:13)

 

17.2.  Als we schuldig zijn dan merken we dat in ons geweten

 

Ons geweten is het besef van goed en kwaad dat God in de mens heeft gelegd. God heeft zijn wet in het hart van de mens gelegd. "dat het werk der wet in hun hart geschreven is"  (Rom. 2:15)

 

Als we iets gedaan hebben dat kwaad is in Gods ogen dan zegt ons geweten: "Dit was verkeerd". Voor we iets kwaads kunnen doen moeten we eerst ons geweten het zwijgen opleggen.

 

Sinds de zondeval werkt het geweten van de mens niet zuiver meer. Sommige mensen zijn 'besmet in hun geweten' (Titus 1:15). Het geweten van de mens is niet langer nauwkeurig afgestemd op de wet en de wil van God. Het is ontregeld. Het geweten kan ook dichtgeschroeid worden.(1 Tim. 4:2). Dan is men zo vaak tegen het eigen geweten ingegaan dat het geweten niet meer werkt.

 

17.3. Er is verschil tussen schuld en schuldgevoelens

 

Er is verschil tussen objectieve schuld en subjectieve schuld.  Dat wil zeggen er is een verschil tussen werkelijke schuldig zijn en het hebben van een schuldgevoel. Als je één van de wetten van God overtreedt, dan is het gevolg een werkelijke schuld. Dat zou normaal gesproken ook samen moeten gaan met schuldbesef en schuldgevoel.

 

Schuld en schuldgevoelens vallen bij de mens niet altijd meer samen. Het geweten, waar onze schuldgevoelens vandaan komen, werkt immers niet meer zuiver.

 

Als het goed is zou het zo moeten zijn dat je je schuldig voelt als je ook werkelijk schuldig bent (als je werkelijk een overtre­ding hebt begaan). Helaas kan het voorkomen dat je je schuldig voelt terwijl je dat helemaal niet bent. Andersom kan ook. Je voelt je niet schuldig maar je bent het wel.

 

17.4. Schuldgevoelens vanwege eigen menselijke normen

 

Matth. 15:9 ; Titus 1:14

 

Soms leggen we onszelf wetten op die niet met Gods wetten en wil overeenstemmen. Als we falen om die  zelfopgelegde wetten te houden, dan voelen we ons schuldig. Ook andere mensen kunnen ons hun eigen wetten opleggen. Het is zelfs mogelijk dat andere christenen ons wetten opleggen die niet overeenkomen met het woord van God, terwijl ze beweren dat dit wel het geval is.

 

Je wordt dan veroordeeld door je eigen normen of door andere menselijke normen.

 

B.v.: Je bent geen goede christen als je niet aan straatevangelisatie doet. Ik ben geen goede moeder als ik niet dit of dat doe. Enzovoorts.

 

17.5.  Aangeklaagd door boze geesten

 

Ook boze geesten kunnen ons aanklagen. Ze kunnen bepaalde gedach­ten in ons denken binnenbrengen of bepaalde gevoelens bij ons opwekken. Zo kunnen ze ook aanklagen. Daarbij kunnen ze zich voordoen als de Geest van God of als de stem van ons eigen geweten.

 

"doet zich voor als een engel des lichts"  (2 Kor. 11:14)

Een namaak engel, een namaak  Heilige Geest kan ook.

 

Een voorbeeld. Het gaat over een broeder die oprecht het verlangen had om God volledig te gehoorzamen en voor Hem te leven. Hij reed op een dag naar school en ineens kwam de volgende gedachte met kracht in hem op. "Jij moet daar en daar in een bepaald huis het evangelie brengen". Hij durfde niet en deed het dus niet. Hij kreeg nog een aantal van dit soort op­drachten die hij ook niet gehoorzaamde. Daarop werd hij beschul­digd dat hij onge­hoorzaam was geweest. Dit ging zelfs gepaard met een aanval op zijn ge­loofsze­ker­heid. "Je bent ongehoorzaam, je bent vast geen echte chris­ten." Nadat hij met behulp van een oudere broeder tot het inzicht gekomen was dat deze opdracht niet van God maar van de boze kwam, (1)[1] werd hij daarop beschuldigd op de volgende manier. "Jij hebt je door de boze laten bedriegen, zie je wel dat je geen ware christen bent, want met een echte christen was zoiets niet ge­beurd". Deze beschuldigingen zijn weerlegd met het woord van God, waarop de aanklager verdween. "Biedt weerstand aan de boze en hij zal van u vlieden" (Jakobus 4:7).

 

In de zielzorg heb ik de volgende vormen van satanische beschul­digingen meegemaakt. Mensen werden beschuldigd van:

- Dingen die ze niet gedaan hadden.

- Dingen die ze wel gedaan hebben, maar die volgens Gods Woord  helemaal niet zondig zijn

-Verder zoals hierboven beschreven: Eerst geeft de boze zelf opdrachten om  vervolgens te beschuldigen als het niet gedaan wordt.

 

17.6. Alle schuldbesef moet getoetst worden

 

Allereerst toetsen aan het woord van God. Word je ergens op beschuldigd? De eerste vraag die we moeten stellen is: Waar staat dat dan in het woord van God? Welk bijbels gebod heb ik dan overtreden?

 

Als het schuldbesef niet op de bijbel geba­seerd is, moet je het verwerpen. Toets het ook door gebed. Leg het aan de Heer voor. Is dit uit U Heer? Vraag in geval van twijfel advies aan meer ervaren oudere christenen met geestelijk inzicht.

 

17.7.  Reken af met vage schuldgevoelens

 

Je voelt je schuldig, maar je weet niet waarom.

 

Dit is niet uit God. Als Gods Geest ons overtuigt van zonde is het duidelijk. Dan weten we wat er mis is. Gods Geest overtuigt immers met de bedoeling ons tot inkeer te brengen.

 

Toets het door gebed.

 

"Heer, ik voel me schuldig. Als er iets mis mocht zijn, wilt U het me dan laten zien"

 

Psalm 139:23; Toets mij.

.

Als God je niets laat zien, verwerp die gevoelens dan.

 

17. 8.  Niet naar binnen kijken, geen introspektie

 

We moeten niet naar binnen gaan kijken, we moeten niet in onszelf gaan zoeken naar zonden, we moeten onszelf niet gaan ontleden. Geen introspektie.

 

Introspektie is een doodlopende weg, want we kunnen ons eigen hart niet doorgronden. Het menselijk hart is bovendien ook nog arglis­tig (Jeremia 17:9).

 

Alleen God kan ons hart doorgronden (Jeremia 17:10). We moeten ons naar God wenden en ons door Hem laten doorlichten.

 

Psalm 139:23,24.

Dit is een goed gebed, een geïnspireerd gebed, het is een gebed naar Gods wil en dat wordt zeker verhoord.

 

"Wilt U uw licht op mijn leven laten vallen?"

 

Zoals met behulp van röntgenstralen het menselijk lichaam van binnen kan worden gezien, zo wordt onze ziel doorgrond door het ontdekkende licht van Gods Geest en Gods Woord.

 

"In uw licht zien wij het licht" (Psalm 36:10).

 

Blijf in Gods licht. Blijf in de lichtkring waar het ontdekkende licht van de Heilige Geest krachtig aanwezig is. Als je in die licht­kring blijft komt elke mogelijke zonde vanzelf naar boven.

 

De bijbel spreekt over drie bronnen van geestelijk licht:

- God is licht  (1 Johannes 1:5).

  Als we tot God naderen in gebed, naderen we tot het licht.

- Het openen van Gods woord verspreidt licht.   (Psalm 119:130,   Hebr. 4:12)

- De broeders zijn licht in de Here.  (Efeze 5:8)

  Als we met broeders en zusters omgaan,  valt, naar de mate waarin zij met God

  wandelen, door hun leven, woorden en wandel ook licht van God op ons leven.

- Samenkomsten waar alles wat gebeurt geschiedt onder leiding van en in de kracht van Gods

  Geest. (1 Kor 14:24,25)

 

We moeten het licht opzoeken. Dat is onze veiligheid.

(Johannes 3:19-21, speciaal :21)

 

 

 

 

17.9.  De basis voor een rein geweten

 

God heeft me rechtvaardig verklaard.

De hoogste rechter van het heelal heeft me rechtvaardig verklaard.

"God is het die rechtvaardigt, wie zal oordelen?" (Rom. 8:33,34)

 

Ik heb alle zonde waarvan ik mij bewust was beleden.

(1 Johannes 1:9)

 

Ik wandel in het licht met Jezus. Ik ben in de lichtkring van het ontdekkende licht van Gods Geest en woord. Als er iets mis is zal God het me wel laten zien. Daar hoef ik zelf niet naar te zoeken.

 

"ik ben mij van niets bewust"  (1 Kor. 4:4)

 

De goede gezindheid. (Hebr. 13:18)

"wij vertrouwen dat wij een goed geweten hebben"

Waar is dat vertrouwen op gebaseerd? Op de goede gezindheid.

"daar wij in alle opzichten de rechte weg willen gaan"

 

17.10.  Schuldgevoel nadat je de zonde hebt beleden

 

Dit is niet uit God. God heeft je overtuigd van zonde. Je hebt die zonde beleden. Dan zegt Gods woord dat de zonde vergeven is. Dit is zo of je het nu voelt of niet. Je weet dit op grond van Gods woord.

 

1 Johannes 1:7;  "alle"

 

Dit schuldgevoel is in strijd met het woord van God en daarom een leugen. Verwerp het. Ga er tegenin. Dank voor het feit dat de Here Jezus ook voor die zonde heeft betaald met zijn bloed en dat je daarom vrij mag gaan.

 

We moeten niet alleen onze zonde belijden (erkennen) maar ook vervolgens door het geloof in de vergeving gaan staan.

 

17.11.  Volle vrijmoedigheid om tot God te gaan

 

Hebr. 10::19-21, speciaal :19.

"met een geweten dat is gereinigd van besef van kwaad"

 

Onze vrijmoedigheid om tot God te gaan rust niet op onze eigen prestaties. Onze vrijmoedigheid rust op het vaste feit dat het bloed van Jezus is gestort en dat God dit bloed heeft geaksepteerd als een genoegdoening voor onze zondeschuld.

 

“en wanneer Ik het bloed zie, dan ga Ik  u voorbij” (Exodus 12:13).

God ziet het bloed en gaat voorbij. Het bloed is in de eerste plaats voor God. Het bloed van het paaslam werd aan de buitenkant van de deur gestreken.

 

  ----------------------------------------

 

Eindnoten

 

(1) Zie, voor het onderscheiden tussen de leiding van God en valse leiding van de boze die zich voordoet als God, de studie over leiding.

 

 



    [1] Zie, voor het onderscheiden tussen de leiding van God en valse leiding van de boze die zich voordoet als God, de studie over leiding.

HOME
De andere studies over de praktijk van het christenleven