22 Bezorgdheid22.1. De bijbel zegt: Weest niet bezorgdFilip. 4:6; "Weest
in geen ding bezorgd" Matth. 6:25; "weest
niet bezorgd" Een zorg is iets wat op je drukt.
Tobben. "Laten .. wij .. afleggen alle last" (Hebr.
12:1) 22.2. Waarom niet bezorgd zijn?22.2.1. God is onze vader.
Hij is onze hemelse Vader. (Matth. 6:9) "bidt gij
dan aldus: Onze Vader die in de hemelen zijt" "uw hemelse Vader" (Matth.
6:26,32) Er is een vader-kind
relatie. Die band is er. Bij onze bekering zijn we door God geadopteerd als
zijn kinderen (Efeze 1:5; Gal. 3:26). We hebben de Geest van het zoonschap
ontvangen (Gal. 4:6,7a). Omdat God onze Vader is hoeven wij
niet bezorgd te zijn. "maakt u dan niet bezorgd .... (waarom niet?) want
uw hemelse Vader weet dat gij dit alles
behoeft." (Matth
6:31,32) "want God uw Vader weet, wat gij van node hebt, eer gij Hem bidt" (Mattheus 6:8) Hij kent het getal van de haren op ons
hoofd. Hij is volledig op de hoogte van elk detail van ons leven. (Luc 12:7) Als wij voor God leven (als wij eerst
zijn koninkrijk en zijn gerechtigheid zoeken) dan zal God ons alles geven wat
we nodig hebben. (Matth.
6:33) Als slechte menselijke vaders al
redelijk voor hun kinderen zorgen, hoeveel te meer zal de goede hemelse Vader
dan wel niet voor zijn kinderen zorgen? (Matth. 7:7-11, speciaal
:11.) Dezelfde zorg die wij voor onze
kinderen hebben heeft God ook voor zijn geestelijke kinderen. De hemelse Vader heeft het beste met
ons voor. Hij is Vader en Hij zal als een echte vader reageren. Zichzelf verloochenen
kan Hij niet. Een echte vader reageert op de nood van
zijn kinderen. De noodkreet van één van zijn kinderen is onweerstaanbaar voor
een Vaderhart. 22.2.2. Wij gaan vele mussen te
boven
Als je naar de natuur kijkt zie je dat
God voor de vogels en het gras zorgt. Als God zo goed voor het gras en de
vogels zorgt dan zal Hij toch zeker ook voor ons zorgen. + "gaat gij
ze niet verre te boven?" (Matth.
6:26) + "zal hij u niet veel meer" (Matth.
6:30,31) + "gij
gaat vele mussen te boven" (Lucas
12;6,7) + "hoe ver gaat gij de vogelen te boven" (Lucas 12:24) + "hoeveel te meer u" (Lucas
12:28) Als God voor zo iets gerings als een
mus zorgt, zal Hij dan niet veel meer voor een mens zorgen? 22.2.3. God zorgt
De bijbel
verzekert ons dat God voor ons zorgt. "Hij zorgt voor u" (1 Petrus
5:7) Dit is een feit. De bijbel
zegt dat dit het geval is. Er wordt simpelweg gezegd dat God voor ons zorgt.
Dat moeten we als waar aannemen. Gods woord is de waarheid. Als God voor ons zorgt, waarom zouden
wij dan nog bezorgd zijn? We moeten het zorgen aan de Heer overlaten. 22.2.4. God zal voorzien in al onze behoeften
+ Die beloften staan zwart op wit in de bijbel. Romeinen 8:32; "Met hem alle dingen" Mattheus 6:33; "dit alles" Filippenzen 4:19; "in al uw behoeften" Psalm 23:1; "mij ontbreekt niets" God zal voorzien in alles wat we nodig
hebben. Een wens is niet hetzelfde als een behoefteEen wens is iets wat jij graag wilt. Een behoefte is iets wat je werkelijk
nodig hebt. Die twee vallen niet altijd samen. God is een barmhartige Vader en Hij
zal geregeld ook dingen geven die niet direkt
noodzakelijk zijn. Maar je kunt er niet vanuit gaan dat Hij dat altijd zal
doen. God heeft wel gezegd dat Hij in al onze noden zal voorzien, maar Hij
heeft nergens toegezegd dat Hij al onze wensen zal vervullen. Wijzelf kunnen
niet altijd het verschil tussen een wens en een behoefte onderscheiden. God kan
dat wel. God kan beter bepalen of iets goed of
juist niet goed voor ons is. Hij geeft alleen datgene wat goed voor ons is. Een
klein kind kan zijn vader om een mes vragen omdat hij dat zo mooi vindt
blinken, maar zijn vader zal het hem niet geven. Het kind heeft in dat geval
wel de wens een mes te hebben maar niet de behoefte. De meeste kinderen willen
altijd wel snoep (dat is de wens), maar de ouders weten dat te veel snoep
slecht is (zij gaan uit van de behoefte). 22.2.5. Jezus helpt altijd
Nooit deed iemand tevergeefs een
beroep op Jezus. Kijk de bijbel er maar op na. Hij is
nog steeds dezelfde (Hebr. 13:8). Hij heeft dezelfde macht en dezelfde
ontferming. Jezus neemt ofwel het probleem weg ofwel
Hij draagt er doorheen. Hij zal één van tweeën doen. Hij reageert in ieder
geval op onze nood. De Here God
nam de doorn in het vlees (in het lichaam) van Paulus niet weg. In plaats
daarvan gaf Hij extra genade en bijstand. Zo werd Paulus er doorheen gedragen. (2 Kor
12:8-10) Watchman Nee gebruikte de volgende illustratie
om dit duidelijk te maken. Hij vertelde hoe hij in een boot op een rivier
reisde. Na enige tijd kwamen ze bij rotspunten die boven het water uitstaken.
Het water kon nog wel tussen de rotspunten door maar de boot niet. Dit
'probleem' hield de boot tegen. Ze konden niet verder. Hoe dit op te lossen? De
boten konden er niet langs gesleept worden. De meest voor de hand liggende
oplossing zou zijn het verwijderen van de rotsen uit de rivier. Dan zou je
immers ongehinderd door kunnen varen. Er is echter een andere oplossing
mogelijk. Geregeld steeg het waterpeil in de rivier een heel eind. Het waterpeil
steeg dan zo hoog dat de rotsen onder water verdwenen. Als dat het geval was
kon je toch dit punt voorbij varen. God neemt niet altijd de rotsen uit ons
leven weg, maar
als Hij dat niet doet zal Hij het waterpeil van de genade zo hoog laten
stijgen dat we ondanks de rotsen toch vooruit kunnen. Als wij onze nood in de handen van
Jezus leggen, dan zal Hij reageren. Dat is zeker. Op welke manier dan ook. God lijkt soms te laat te komen Johannes 11:1-44. "er was iemand ziek" (:1) "zonden Hem bericht" (:3) "bleef daarop nog twee dagen" (:6) "dood" (:14) "Here
indien Gij hier geweest was .. niet gestorven" (:21) "Had Hij .. niet kunnen maken" (:37) Volgens onze berekening, voor ons
besef, is God soms wel eens te laat, maar Gods plannen falen niet. De Joden dachten dat de Here Jezus te laat
was gekomen om Lazarus nog te kunnen helpen. "val de meester niet meer lastig" (Marcus
5:35) De bedienden van de vader van het
zieke dochtertje dachten dat het nu toch echt te laat was. "Jezus had kunnen helpen, maar Hij heeft het niet gedaan. En
nu is het over" Waar wij geen wegen meer zien, ziet
God nog altijd wegen. Waar wij geen oplossingen meer zien heeft God nog altijd
oplossingen. "God has still a thousand ways" 22.2.6. God vergeet je niet
"Hoe zou ik u vergeten?" (Jesaja
49:14-16; 44:21) Lucas 12:6,7. "en niet één daarvan is vergeten voor God
.. geteld ... te
boven" Het heeft er soms misschien de schijn
van dat God je is vergeten, maar dat lijkt alleen maar
zo. De Schrift zegt b.v. dat de Heer ons geenszins, d.w.z. in geen enkel geval, zal
begeven en verlaten (Hebr. 13:5). De Schrift kan niet gebroken worden. Het kan niet. Het is onmogelijk. Er moet
gebeuren wat in de bijbel staat. God heeft zich aan
zijn woord gebonden. Hij zal er persoonlijk op toezien dat alles wat Hij heeft
toegezegd zal gebeuren
(Matth. 24:35). 22.2.7. Het kan niet te moeilijk
worden
+ 2 Kor. 12:9,10. "mijn genade (bijstand) is u
genoeg" + Psalm 46:2. "ten zeerste
bevonden een hulp in benauwdheden" + 1 Kor. 10:13. "niet boven vermogen" "met de verzoeking ook voor de
uitkomst" + Hebr. 13:5,6 "geenszins" 22.3. BeproevingenDe Here
Jezus heeft ons leren bidden: "geef ons heden ons
dagelijks brood" (Matth 6:11). Dat gebed heeft
Hij ons zelf geleerd. Het is dus een goed gebed, een gebed naar Gods wil, een
gebed dat daarom zeker verhoord zal worden (1 Johannes 5:14,15). Eten is één van de basisbehoeften. De
meest fundamentele basisbehoeften zijn voedsel, kleding en onderdak. Iets
minder fundamenteel maar toch ook basisbehoeften zijn b.v. werk, gezondheid, een huwelijkspartner, etc. Je kan er van
uitgaan (en je mag er op rekenen) op grond van Gods beloften dat God op zijn
tijd en op zijn wijze zal voorzien in onze basisbehoeften (Matth. 6:33, Rom 8:32). Dat is de normale gang van zaken. Je
kunt dan ook met vertrouwen om al deze dingen bidden. Toch zijn er
uitzonderingen. God kan ons ook beproeven op het gebied van de basisbehoeften.
Hij kan besluiten om ons een bepaalde basisbehoefte (tijdelijk) te onthouden.
Het is b.v.
een normale basisbehoefte om te trouwen. De bijbel
zegt dat het niet goed is om alleen te zijn en dat het beter is om te trouwen
dan te branden van begeerte (Gen. 2:18, 1 Kor. 7:2,9). Toch beproeft God sommigen
van ons op dit gebied. Echter als
God konkreet iets heeft beloofd, dan zal en moet Hij
dat doen (daar heeft Hij Zichzelf toe verbonden) daar moeten we in geloof aan
vasthouden. God verzorgde het volk Israël tijdens
de reis van Egypte naar het land Kanaän, maar er
staat ook geschreven dat Hij het volk een moment deed honger lijden. "deed
u honger lijden" (Deut.
8:3). Dat deed Hij met een bepaald doel. (verootmoedigen, op de proef stellen,
om u te doen weten dat .. ) Hij deed hen een moment
honger lijden, maar Hij liet hen niet verhongeren.
Hij bracht hen hoe dan ook veilig in het beloofde land. (Voor een uitgebreidere bespreking van beproevingen in het leven van de gelovige, zie de studie "lijden, moeiten en tegenslagen in het leven van de christen") 22.4. Zet God op de eerste plaats en dan komt de rest vanzelf.+ Mattheus
6:33. "maar zoekt eerst zijn
koninkrijk en zijn gerechtigheid en dit alles zal u bovendien geschonken
worden" Als jij leeft voor God, als je je inzet voor zijn zaak en als je in alles zoekt naar zijn
wil dan zal God voorzien in alles wat je nodig hebt. "dan wordt het je
toegeworpen" Zo staat het letterlijk in de Griekse
tekst. (Zie ook de statenvertaling.) Let op het kontrast dat de Heer maakt
tussen zijn discipelen en de ongelovigen. Beide groepen zoeken maar ze zoeken
wel verschillende dingen. Ze hebben verschillende prioriteiten. Ze zijn
gericht op verschillende dingen. Het zoeken van de wereld, het zoeken van de
heidenen wordt gesteld tegenover het zoeken van de
gelovigen. "zoeken" (Lucas 12:30 ;
Matth. 6:32) "zoekt," (Lucas 12:31 ;
Matth. 6:33) Hoe gedragen wij ons op dit gebied?
Waar gaat ons zoeken naar uit? Gedragen wij ons als heidenen of als kinderen
van de hemelse Vader? "Gij geheel anders: gij
hebt Christus leren kennen" (Efeze 4:20) 22.5. Eben Haëzer - tot hiertoe heeft ons de Here geholpen+ 1 Samuel 7:12 (:10-12)
De Heer had de Israëlieten zojuist een
overwinning over de Filistijnen geschonken. Daarop richtte Samuël een steen op en gaf die de naam Eben
Haëzer, en zei: Tot hiertoe heeft ons de Here geholpen. Die steen was een herinneringsteken.
Als de Israëlieten later die steen zouden zien, zouden ze er weer aan herinnerd
worden hoe de Here hen had verlost (:10,12). Ook wij zouden eigenlijk zulk soort
herinneringstekenen moeten oprichten na uitreddingen van de Heer. In ieder
geval zouden we voor ogen moeten houden hoe de Heer ons telkens in het verleden
heeft geholpen. Tot hiertoe heeft de Here geholpen. De Heer heeft ons in het verleden op
allerlei terreinen en in allerlei situaties geholpen, waarom zou Hij daar dan
nu plotseling mee stoppen? Hij heeft tot hiertoe geholpen en Hij zal ook
vandaag en morgen helpen. 22.6. Heilige onbezorgdheid22.6.1. Het wordt je toegeworpen
Matth. 6:33. Staten Vertaling, grondtekst. Je hoeft er niet achteraan te jagen.
Het zal je worden toegeworpen als je voor de Heer leeft. 22.6.2. Ziet naar de vogels
Matth. 6:26. "Ziet naar de vogelen des hemels;
zij zaaien niet en maaien niet en brengen niet bijeen in schuren en toch voedt
uw hemelse Vader die; gaat gij ze niet verre te
boven?" Zij zaaien
niet en maaien niet en brengen niet bijeen. En toch. 22.6.3. God zal wel iets voor ons
klaar hebben liggen
Zie wat hierboven onder punt 22.5. gezegd is. Als we wat langer de Heer kennen,
kunnen we ongetwijfeld getuigen van de hulp en uitreddingen van de Heer. God
heeft ons vroeger geholpen. Waarom zou God daar dan nu plotseling mee stoppen?
Hij is toch niet veranderd, wij zijn toch niet veranderd? Hij is toch nog
steeds onze hemelse Vader? Tijdens de reis van Egypte naar Kanaan heeft God het volk Israël keer op keer in allerlei
situaties uitgered. We lezen nergens in de bijbel dat
Hij daar halverwege de reis plotseling mee gestopt is. De Heer heeft het volk Israël
indertijd niet met allerlei wonderen uit Egypte geleid en in de woestijn
gebracht om het daarna plotseling voor zichzelf te laten zorgen. Zou God dan
wel iets dergelijks met ons doen? Ons tot hiertoe helpen en daar plotseling, om
welke reden dan ook, mee ophouden? De Heer is begonnen voor ons te zorgen en
Hij zal daar mee doorgaan. Psalm 23:1,6 "De Here
is mijn herder, mij ontbreekt niets" "Ja, heil en goedertierenheid
zullen mij volgen al de dagen van mijn leven" Niet enkele dagen maar al de dagen.
Als de Heer je herder is dan is dit je zekerheid. Ter illustratie een verhaal dat Isobel Kuhn vertelt in één van
haar boeken. Het is iets wat ze zelf beleefd heeft. De tweede wereldoorlog was
in volle gang toen ze als zendelinge uit China moest vluchten om terug te gaan
naar Amerika. De reis van Birma naar Amerika moest per schip worden gemaakt.
Het reizen over zee was gevaarlijk omdat Duitse onderzeeboten en Japanse
oorlogsschepen alle scheepvaart bedreigden. Het tijdstip van de afreis en de
route van elk schip werd daarom strikt geheim gehouden want anders zou de
vijand een hinderlaag kunnen leggen. Dit had tot gevolg dat de passagiers niet
wisten in welke haven ze in Amerika aan zouden komen. Als je bedenkt welk een
enorm land Amerika is kun je je een voorstelling
maken van wat dit voor de passagiers betekende. De onzekerheid over de
eindbestemming had tot gevolg dat ze geen voorbereidingen voor de ontvangst
konden treffen. Als ze in de haven aangekomen waren moesten ze het verder zelf
maar uitzoeken. Isobel reisde samen met een stel van
haar kinderen naar huis. Ze maakte zich zorgen: "Hoe moet dat straks nu,
een wildvreemde haven, met een stel kleine kinderen?" Ze sprak haar
zorgen uit tegen een medezendelinge die ook met die boot op weg was naar
Amerika en dus in dezelfde situatie verkeerde. De zendelinge zei het volgende
tegen Isobel : "De Heer heeft ons tot nu toe op de hele reis (die
in feite een vlucht was) geleid en geholpen. Daar zal Hij nu niet plotseling
mee ophouden. Wat ook de haven zal zijn waar we aankomen. De Here zal wel wat voor ons klaar hebben
liggen." En inderdaad, zo is het gegaan, de Heer had wat voor hen
geregeld. 22.6.4. Het heeft toch geen zin je zorgen te maken
Lucas 12:25,26. "Wie van u kan
door bezorgd te zijn één el (veertig centimeter) aan zijn lengte toevoegen?
Indien gij dan het geringste niet kunt, wat zult gij u
bezorgd maken over het overige?" Je hebt op veel zaken toch geen
invloed. Wat heeft het dan voor zin om er over te tobben? 22.6.5. Leef in het nu
"Maakt u dan niet bezorgd tegen
de dag van morgen, want de dag van morgen zal zijn eigen zorgen hebben; elke
dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad" (Matth. 6:34) Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen
problemen. Je moet in het 'nu' leven. De Heer heeft ons leren bidden:
"Geef ons heden ons dagelijks brood".
Bidden om het brood dat we nu, "heden",
nodig hebben. Over het brood van morgen moeten we ons pas morgen druk maken. Gisteren is geweest, morgen is nog niet gekomen, en vandaag is er de Heer. Je moet je denken disciplineren. Weiger er aan te denken. Weiger je zorgen te maken over wat
nog in de toekomst ligt. De toekomst is voor ons onzeker, maar is in Gods hand.
"Mijn tijden zijn in Gods hand" (Psalm
31:16) Soms zie je een probleem aankomen?
Werp de bekommernis op de Heer (1 Petrus 5:7). Geef
het probleem af aan de Heer. 22.7. Geen passiviteitGod voorziet in het voedsel voor de
mussen, maar ze moeten er nog wel zelf naartoe vliegen. 22.7.1. God heeft verkozen om te werken via het gebed God zal voorzien op zijn tijd en
wijze, maar Hij wil gebeden zijn. Zo heeft God gekozen om te voorzien. "aan hen die Hem daarom bidden, vragen" (Matth.
7:11) "gij hebt niet omdat gij niet
bidt" (Jakobus 4:2) 22.7.2. We moeten de normale middelen toepassen
Bijvoorbeeld, als we geld nodig hebben
en werkeloos zijn moeten we een baan zoeken. Dat is de
algemeen geldige richtlijn die de bijbel in dat geval geeft. Dat is wat we
moeten doen, tenzij God ons ergens anders toe roept, b.v. tot fulltimewerk in dienst van de Heer. Als we voor God leven
zullen we ook op dit gebied de richtlijnen uit zijn woord gehoorzamen.
Normaal gesproken moeten we werk zoeken. Als dat dan om de één of andere reden
niet lukt wordt het een ander verhaal. We moeten aan de ene kant de zorg aan
de Here God overlaten. Hij heeft immers gezegd:
"Ik zorg voor u".(1 Petrus 5:7). Terwijl we ons aan de andere kant
wel door de Heer in moeten laten schakelen bij het voorzien in die nood. We moeten ons in deze dingen laten
leiden door God. We moeten deze dingen doen vanuit de gemeenschap met God, in
geloof en overgave. Niet in kramp. In alles de leiding van God zoekend door
zijn besturing van de omstandigheden (b.v
open of gesloten deuren), de innerlijke leiding van zijn Geest en door de richtlijnen
van de bijbel toe te passen. We moeten wel zorgen, maar niet
bezorgd zijn. Dit zorgen kan ofwel in eigen kracht
ofwel in afhankelijkheid van de Heer gebeuren. Je kan
hierin zelf aan het vechten zijn of vanuit het geloof bezig zijn (Zacharia 4:6). Het verschil is subtiel maar wezenlijk. Zie de bijbelstudie over "verbrokenheid"
waar uitgebreider over die twee manieren van bezig zijn wordt gesproken. Zie
ook de bijbelstudie over
"dingen met God ondernemen". 22.8. Oorzaken van bezorgdheid22.8.1. Kleingeloof
Lucas 12:28; "kleingelovigen" Mattheus 6:30 ; 8:26 ;
16:8. Gebrek aan vertrouwen op God. Twijfel aan Gods beloften. Onwetendheid wat betreft Gods
beloften. 22.8.2. Niet bidden
Vergeten om de zorgen bij God te
brengen, zonodig telkens weer. Dikwijls derven
wij veel vrede, dikwijls drukt ons zonde neer. Juist omdat wij 't
al niet brengen in gebed bij onze Heer. (Johannes de Heer
/ lied 150) Filippenzen 4:6,7. Als wij al onze wensen in gebed bij
God brengen, met dankzegging, zal de vrede Gods onze harten en gedachten
bewaren. De vrede Gods en bezorgdheid gaan niet samen. "gij
hebt niets omdat gij niet bidt"
(Jak. 4:2) "aan hen die Hem daarom vragen" (Matth.
7:11) God zal voorzien op zijn tijd en
wijze, maar Hij wil wel gebeden zijn. 22.8.3. Gebrek aan overgave
"terwijl Hij aan ons doe wat in
zijn ogen welbehagelijk is" (Hebr. 13:21) "de wil des Heren geschiede" (Hand.
21:14) "doch niet gelijk Ik wil, maar
gelijk Gij wilt geschiede" (Matth. 26:39) "de Here
heeft gegeven, de Here heeft genomen, de naam
des Heren zij geloofd" (Job 1:21) Gebrek aan overgave, d.w.z. we laten
niet aan God over hoe Hij alles zal besturen. Je vreest dat God wel eens dingen
zou kunnen toelaten waarvan jij vindt dat dat
eigenlijk niet kan en mag. Iets aan God overgeven betekent dat je
vrede hebt met de weg die God gaat. Je maakt wel je wensen bekend maar je laat
het verder aan de Heer over in het vertrouwen dat zijn weg altijd de beste is.
De Vader weet het het beste, wat God doet is
welgedaan. Als we dingen niet overgeven aan God
raken we als gevolg daarvan in een kramp, dan raken we bezorgd. Misschien hoor je dat je baan op de
tocht komt te staan door een reorganisatie. Daar kun je je
dan bezorgd om maken. "Als ik die baan kwijt raak wat dan? Hoe moet het
dan verder? Hoe moet het dan met de hypotheek? Enzovoorts." Eigenlijk
vind je dat je niet zonder die baan kan. Het gevolg is dat je jezelf er aan
vastklemt. In plaats van op de Heer te vertrouwen dat, mocht je je baan verliezen, Hij wel voor een oplossing zal zorgen.
In het vertrouwen dat zijn weg altijd de beste is. We moeten ons niet
vastklemmen aan een baan, aan een huis of aan wat dan ook. Doe je dat toch dan
is dat een konstante bron van zorg. Je vreest dat God iets wil doen (of dat God iets
zal toelaten) wat je perse niet wilt dat zal gebeuren.
Speciaal moeilijk is het als we al op een bepaald beperkt niveau
leven en als God dan toelaat in ons leven dat we nog een stap achteruit moeten
doen. Dat kan b.v. zijn op het terrein van onze gezondheid. Je gezondheid is
misschien net stabiel. Je hebt geleerd met je beperkingen te leven. Je hebt je
leven net mooi op orde en dan dreigt de gezondheid weer verder achteruit te
gaan. Kramp en bezorgdheid: "Nee Heer, dit kan niet Heer, dit kan echt niet"
Op allerlei terreinen een stap terug
doen kan zo moeilijk zijn. Als we beetje bij beetje het natuurlijke leven
moeten loslaten. Onder de bezorgdheid ligt er dan een probleem van overgave. 22.9. Bezorgdheid en zelf vechtenZacharia 4:6. Jesaja 30:15; "in stilheid en vertrouwen" Psalm 46:11; "Laat af en weet dat Ik God
ben" Je bent weer zelf aan het zorgen, aan
het vechten. In kramp alsof alles van jouw inspanning afhangt. Alsof er geen
God is. Alsof er geen Vader is die alles overziet en die zich ook aktief met de situatie bemoeit. Het is de natuurlijke mens weer die
los van God, niet in geloof en overgave, bezig is. Er staat
"Hij zorgt voor u". (1 Petrus 5:7) Laat dan het zorgen aan God over
en stop daar zelf mee. Hij heeft die taak op zich genomen. Jij hoeft Gods werk
niet te doen. Je moet alleen beschikbaar blijven en open staan voor Gods
leiding voor het geval God je wil inschakelen bij de
voorziening in een nood. Kom tot rust van je eigen werken
(Hebr. 4:10). Het zorgen in eigen kracht. Hij zorgt voor ons en wij laten Hem
voor ons zorgen. Dat is de goede taakverdeling. "Dit is het probleem, Heer. Zorgt
u er maar voor. Ik laat de zorg aan u over." 22.10. Werp je bekommernis op de Heer - de rust van het geloof"Werpt al uw bekommernis
op Hem, want Hij zorgt voor u" (1 Petrus 5:7) De dingen die je drukken, de dingen
waar je onder gebukt gaat, moet je op de Heer werpen. Je moet ze overgeven aan
Hem. Je moet ze in zijn handen leggen. Je moet ze in gebed aan Hem voorleggen
en er op vertrouwen dat Hij de zorg, naar zijn belofte, overneemt. Als het terugkomt, werp het dan opnieuw
op de Heer. George Verwer vertelde dat hij als leider
van een grote jeugdevangelisatieorganisatie te maken
kreeg met veel problemen. Toen ik hem hoorde spreken vertelde hij dat er op dat moment b.v. een
aantal medewerkers in Nepal door de politie opgepakt waren. Ze hadden al
dagenlang niets meer van hen gehoord. Dat drukte op hem, maar hij wentelde die bekommernis op de Heer. En telkens als het terugkwam (als de
zorg weer op hem drukte) dan legde hij het opnieuw in handen van de Heer. Hij
zei: "Vandaag moet ik dat al wel 20 keer hebben gedaan." Als het
terug komt "cast it again (werp het opnieuw op de Heer)".
"Keep the burden upon Him". Je bekommernis
op de Heer werpen en bij de Heer laten kun je alleen door het geloof doen. Zonder geloof werp je de
zorg op de Heer en neem je hem gelijk ook weer mee terug. Er staat "werpt al uw bekommernis op de Heer". Er volgt in de tekst nog een
motivatie. Er staat een reden waarom we dat moeten doen: "want Hij zorg
voor u". Dat is een feit. Dat staat zwart op wit in de bijbel.
We moeten onze ogen op dit feit richten en op de beloften uit Gods woord.
"Rekenend op uw beloften ben ik overwinnaar te
allen tijd." Als werkelijk in ons hart doordringt dat God voor ons zorgt,
dan stoppen we met zorgen maken. Staat in het geloof. "Dank u wel,
Heer, dat u voor me zorgt. Dat u me met uw Zoon ook alle dingen zult
schenken". Ga al dankend de beloften door. "Al
wie op Hem zijn geloof bouwt zal niet beschaamd uitkomen" (Rom 10:11). Het kan niet misgaan. Het kan
niet fout gaan als je op God vertrouwt. Hebr. 12:1. "laten ook wij .. afleggen alle
last.. die u zo licht in de weg staat" 22.11. Een praktijk voorbeeld - de zorg voor een kwetsbaar kindIk neem dit voorbeeld omdat het zo
dicht bij ons komt. Immers wat gaat je meer ter harte dan één van je kinderen?
Wat doen we sneller dan ons bezorgd maken over onze kinderen? En dat is zeker
zo als het kind om de één of andere reden erg kwetsbaar is. Hoe zorgen we voor hen? In kramp of in
vertrouwen? "de Here
bewaart de eenvoudigen" (Psalm 116:6 ) "de zogenden
zal Hij zachtkens leiden" (Jesaja
40:11) Is er overgave of stormt het geregeld
in ons hart? Botst onze wil met Gods wil? Met wat Hij toelaat? "Heer, dat
mag U niet met mijn kind doen". Maken we ons zorgen over de toekomst?
"Hoe zal het straks gaan. Hoe moet dat als ik er niet meer ben".
Enzovoorts. Natuurlijk mag je best over deze
dingen nadenken, maar je mag die last niet zelf gaan dragen. Er is niets tegen om plannen te maken
als het maar niet onze eigen plannen zijn, als het maar in afhankelijkheid van
de Heer gebeurt. 22.12. Bezorgdheid is zonde - reken er mee afDe bijbel
zegt: "Weest niet bezorgd". (Filp. 4:6, Math. 6:25) God zegt "doe het niet" en
als we het toch doen zijn we ongehoorzaam. Bezorgdheid is een zonde die
beleden moet worden. Noem ook op dit gebied de zonde de zonde. Verzet je
ertegen, bekeer je ervan. Ga ertegenin. 22.13. Ik ben benieuwd hoe God het deze keer zal oplossenHet is niet de vraag of God zal
voorzien. Het is alleen de vraag op welke manier God het zal doen. De bekende prediker C.H. Spurgeon vertelde eens de
volgende gebeurtenis. Het verhaal speelt zich aan het eind van de negentiende
eeuw af. In die tijd was de armoede veel schrijnender dan tegenwoordig in
Europa het geval is. Op een zondag was hij voor een spreekbeurt in een kleine
baptistengemeente ergens in Engeland. Het viel hem op dat het pak van de
voorganger erg versleten was. Spurgeon was toen al
bekend en zijn komst betekende dat er veel extra toehoorders waren. Hij heeft
toen tijdens die bijeenkomst voorgesteld de collecte te besteden aan een
nieuw pak voor de voorganger. Zelf gaf hij het goede voorbeeld door ruim bij te
dragen. Zo kwam er genoeg geld bijeen voor een nieuw pak. Na afloop maakte Spurgeon zijn excuses tegenover de voorganger omdat hij zo
de aandacht op zijn versleten pak had gericht. De voorganger zei dat hij daar
geen probleem mee had en hij voegde daar aan toe dat God altijd op tijd weer
had voorzien in een nieuw pak. Hij zei dat deze keer God wel op een heel
verrassende wijze voor een pak had gezorgd. Hoe God voorzag was elke keer weer
een avontuur. 22.14. Elk probleem vormt een podium waarop God zijn macht kan openbarenHoe kijken we tegen noden en problemen
aan? "daarom heb ik een welbehagen in
.... noden" (2
Kor. 12:9-10, speciaal :10) Zo keek Paulus er tegenaan. Hij had
een welbehagen in zwakheden en noden want hij wist: "Als ik zwak ben zal
ik God aan het werk zien" Wanneer wij aan het einde van onze
natuurlijke mogelijkheden zijn gekomen, dan komt God in aktie.
"When we are at the end of our
natural resources then God
steps in" Als we het zelf kunnen hoeft God niet in aktie
te komen. Als we het zelf niet meer kunnen, zal God het moeten doen. Als wij
zwak zijn krijgt Gods kracht pas de kans om zich volledig te laten zien. Zie het hierboven (onder punt 22.13.)
gebruikte voorbeeld van de predikant die een jas nodig had. Als hij voldoende
geld had gehad, had hij die jas zelf kunnen kopen. Op zich is het ook een
genade van God als je geld genoeg verdient waardoor je de dingen die je nodig
hebt zelf kunt kopen, maar het is toch minder spectaculair dan wat er nu
gebeurde. Nu moest God elke keer als hij een jas nodig had op een verrassende
wijze ingrijpen. Daarin werd Gods kracht en genade veel duidelijker zichtbaar.
"eerst ten volle" (2 Kor. 12:9). Vanwege dit soort noden kreeg deze
predikant telkens de heerlijkheid en kracht van God te zien. Hoe zwakker
wij zijn des te meer we bovennatuurlijk moeten leven. Hoe zwakker we zijn des
te meer zal Gods kracht openbaar worden. Zie de problemen, ook de noden, niet
als een last, zie het als mogelijkheden voor God om zijn macht te openbaren. ELK PROBLEEM VORMT EEN PODIUM VOOR GOD
WAAROP HIJ ZIJN MACHT KAN TONEN. Het is een kans voor God om zijn macht te
laten zien en het is een kans voor ons om God aan het werk te zien. God kracht wordt pas ten volle
openbaar in zwakheid (2
Kor 12:9). Problemen, noden, Paulus verwelkomde
ze. De andere studies over de praktijk van het christenleven |