22  Bezorgdheid

 

22.1.  De bijbel zegt: Weest niet bezorgd

 

Filip. 4:6;  "Weest in geen ding bezorgd"

Matth. 6:25;  "weest niet bezorgd"

 

Een zorg is iets wat op je drukt. Tobben.

 

"Laten .. wij .. afleggen alle last"    (Hebr. 12:1)

 

22.2.  Waarom niet bezorgd zijn?

 

22.2.1.  God is onze vader.

 

Hij is onze hemelse Vader.  (Matth. 6:9)

"bidt gij dan aldus: Onze Vader die in de hemelen zijt"

 

"uw hemelse Vader" (Matth. 6:26,32)

 

Er is een vader-kind relatie. Die band is er. Bij onze bekering zijn we door God geadopteerd als zijn kinderen (Efeze 1:5; Gal. 3:26).  We hebben de Geest van het zoonschap ontvangen (Gal. 4:6,7a).

 

Omdat God onze Vader is hoeven wij niet bezorgd te zijn.

 

"maakt u dan niet bezorgd .... (waarom niet?) want uw hemelse Vader weet dat gij dit alles behoeft."  (Matth 6:31,32)

 

"want God uw Vader weet, wat gij van node hebt, eer gij Hem bidt"  (Mattheus 6:8)

 

Hij kent het getal van de haren op ons hoofd. Hij is volledig op de hoogte van elk detail van ons leven.   (Luc 12:7)

 

Als wij voor God leven (als wij eerst zijn koninkrijk en zijn gerechtig­heid zoeken) dan zal God ons alles geven wat we nodig hebben.  (Matth. 6:33)

 

Als slechte menselijke vaders al redelijk voor hun kinderen zor­gen, hoeveel te meer zal de goede hemelse Vader dan wel niet voor zijn kinderen zorgen?  (Matth. 7:7-11, speciaal :11.)

Dezelfde zorg die wij voor onze kinderen hebben heeft God ook voor zijn geestelijke kinderen.

 

De hemelse Vader heeft het beste met ons voor. Hij is Vader en Hij zal als een echte vader reageren. Zichzelf verloo­chenen kan Hij niet. Een echte vader reageert op de nood van zijn kinderen. De noodkreet van één van zijn kinderen is onweerstaanbaar voor een Vaderhart.

 

22.2.2. Wij gaan vele mussen te boven

 

Als je naar de natuur kijkt zie je dat God voor de vogels en het gras zorgt. Als God zo goed voor het gras en de vogels zorgt dan zal Hij toch zeker ook voor ons zorgen. 

+ "gaat gij ze niet verre te boven?"   (Matth. 6:26)

+ "zal hij u niet veel meer"     (Matth. 6:30,31)

+ "gij gaat vele mussen te boven"   (Lucas 12;6,7)

+ "hoe ver gaat gij de vogelen te boven"   (Lucas 12:24)

+ "hoeveel te meer u"     (Lucas 12:28)

 

Als God voor zo iets gerings als een mus zorgt, zal Hij dan niet veel meer voor een mens zorgen?

 

22.2.3.  God zorgt

 

De bijbel verzekert ons dat God voor ons zorgt.

 

"Hij zorgt voor u"  (1 Petrus 5:7)

 

Dit is een feit. De bijbel zegt dat dit het geval is. Er wordt simpelweg gezegd dat God voor ons zorgt. Dat moeten we als waar aannemen. Gods woord is de waarheid.

 

Als God voor ons zorgt, waarom zouden wij dan nog bezorgd zijn? We moeten het zorgen aan de Heer overlaten.

 

22.2.4.  God zal voorzien in al onze behoeften

 

+ Die beloften staan zwart op wit in de bijbel.

 

Romeinen 8:32;  "Met hem alle dingen"

Mattheus 6:33;  "dit alles"

Filippenzen 4:19;  "in al uw behoeften"

Psalm 23:1;     "mij ontbreekt niets"

 

God zal voorzien in alles wat we nodig hebben.

 

Een wens is niet hetzelfde als een behoefte

 

Een wens is iets wat jij graag wilt.

Een behoefte is iets wat je werkelijk nodig hebt.

Die twee vallen niet altijd samen.

 

God is een barmhartige Vader en Hij zal geregeld ook dingen geven die niet direkt noodzakelijk zijn. Maar je kunt er niet vanuit gaan dat Hij dat altijd zal doen. God heeft wel gezegd dat Hij in al onze noden zal voorzien, maar Hij heeft nergens toegezegd dat Hij al onze wensen zal vervullen.

 

Wijzelf kunnen niet altijd het verschil tussen een wens en een behoefte onderscheiden. God kan dat wel.

 

God kan beter bepalen of iets goed of juist niet goed voor ons is. Hij geeft alleen datgene wat goed voor ons is. Een klein kind kan zijn vader om een mes vragen omdat hij dat zo mooi vindt blinken, maar zijn vader zal het hem niet geven. Het kind heeft in dat geval wel de wens een mes te hebben maar niet de behoefte. De meeste kinderen willen altijd wel snoep (dat is de wens), maar de ouders weten dat te veel snoep slecht is (zij gaan uit van de behoefte). 

 

22.2.5.  Jezus helpt altijd

 

Nooit deed iemand tevergeefs een beroep op Jezus. Kijk de bijbel er maar op na. Hij is nog steeds dezelfde (Hebr. 13:8). Hij heeft dezelfde macht en dezelfde ontferming.

 

Jezus neemt ofwel het probleem weg ofwel Hij draagt er doorheen. Hij zal één van tweeën doen. Hij reageert in ieder geval op onze nood.

 

De Here God nam de doorn in het vlees (in het lichaam) van Paulus niet weg. In plaats daarvan gaf Hij extra genade en bij­stand. Zo werd Paulus er doorheen gedragen.  (2 Kor 12:8-10)

 

Watchman Nee gebruikte de volgende illustratie om dit duidelijk te maken. Hij vertelde hoe hij in een boot op een rivier reisde. Na enige tijd kwamen ze bij rotspunten die boven het water uitsta­ken. Het water kon nog wel tussen de rotspunten door maar de boot niet. Dit 'probleem' hield de boot tegen. Ze konden niet verder. Hoe dit op te lossen? De boten konden er niet langs gesleept worden. De meest voor de hand liggende oplossing zou zijn het verwijderen van de rotsen uit de rivier. Dan zou je immers ongehinderd door kunnen varen. Er is echter een andere oplossing mogelijk. Gere­geld steeg het water­peil in de rivier een heel eind. Het water­peil steeg dan zo hoog dat de rotsen onder water verdwenen. Als dat het geval was kon je toch dit punt voorbij varen. God neemt niet altijd de rotsen uit ons leven weg,  maar als Hij dat niet doet zal Hij het water­peil van de genade zo hoog laten stijgen dat we ondanks de rotsen toch vooruit kunnen.

 

Als wij onze nood in de handen van Jezus leggen, dan zal Hij reageren. Dat is zeker. Op welke manier dan ook.

 

God lijkt soms te laat te komen

 

Johannes 11:1-44.

"er was iemand ziek"  (:1)

"zonden Hem bericht"  (:3)

"bleef daarop nog twee dagen"  (:6)

"dood"  (:14)

"Here indien Gij hier geweest was .. niet gestorven"  (:21)

"Had Hij .. niet kunnen maken"  (:37)

 

Volgens onze berekening, voor ons besef, is God soms wel eens te laat, maar Gods plannen falen niet. De Joden dachten dat de Here Jezus te laat was gekomen om Lazarus nog te kunnen helpen.

 

"val de meester niet meer lastig"   (Marcus 5:35)

De bedienden van de vader van het zieke dochtertje dachten dat het nu toch echt te laat was. "Jezus had kunnen helpen, maar Hij heeft het niet gedaan. En nu is het over"

 

Waar wij geen wegen meer zien, ziet God nog altijd wegen. Waar wij geen oplossingen meer zien heeft God nog altijd oplos­singen. "God has still a thousand ways"

 

22.2.6.  God vergeet je niet

 

"Hoe zou ik u vergeten?"  (Jesaja 49:14-16; 44:21)

 

Lucas 12:6,7.

 "en niet één daarvan is vergeten voor God .. geteld ... te  boven"

 

Het heeft er soms misschien de schijn van dat God je is vergeten, maar dat lijkt alleen maar zo. De Schrift zegt b.v. dat de Heer ons geenszins, d.w.z. in geen enkel geval, zal begeven en verla­ten (Hebr. 13:5). De Schrift kan niet gebroken worden. Het kan niet. Het is onmogelijk. Er moet gebeu­ren wat in de bijbel staat. God heeft zich aan zijn woord gebon­den. Hij zal er persoonlijk op toezien dat alles wat Hij heeft toege­zegd zal gebeuren  (Matth. 24:35).

 

22.2.7. Het kan niet te moeilijk worden

 

+ 2 Kor. 12:9,10.

"mijn genade (bijstand) is u genoeg"

 

+ Psalm 46:2.

"ten zeerste bevonden een hulp in benauwdheden"

 

+ 1 Kor. 10:13.

"niet boven vermogen"

"met de verzoeking ook voor de uitkomst"

 

+ Hebr. 13:5,6

"geenszins"

 

22.3.  Beproevingen

 

De Here Jezus heeft ons leren bidden: "geef ons heden ons dage­lijks brood" (Matth 6:11). Dat gebed heeft Hij ons zelf geleerd. Het is dus een goed gebed, een gebed naar Gods wil, een gebed dat daarom zeker verhoord zal worden  (1 Johannes 5:14,15).

 

Eten is één van de basisbehoeften. De meest fundamentele basisbe­hoeften zijn voedsel, kleding en onderdak. Iets minder fundamen­teel maar toch ook basisbehoeften zijn b.v.  werk, gezondheid, een huwe­lijkspartner, etc.

 

Je kan er van uitgaan (en je mag er op rekenen) op grond van Gods beloften dat God op zijn tijd en op zijn wijze zal voorzien in onze basisbe­hoeften  (Matth. 6:33,  Rom 8:32).

Dat is de normale gang van zaken. Je kunt dan ook met vertrouwen om al deze dingen bidden. Toch zijn er uitzonderingen. God kan ons ook beproeven op het gebied van de basisbehoeften. Hij kan besluiten om ons een bepaalde basisbehoefte (tijdelijk) te onthouden. Het is b.v. een normale basisbehoefte om te trouwen. De bijbel zegt dat het niet goed is om alleen te zijn en dat het beter is om te trouwen dan te branden van begeerte (Gen. 2:18,  1 Kor. 7:2,9). Toch be­proeft God sommigen van ons op dit gebied.

 

Echter als God konkreet iets heeft beloofd, dan zal en moet Hij dat doen (daar heeft Hij Zichzelf toe verbonden) daar moeten we in geloof aan vasthouden.

 

God verzorgde het volk Israël tijdens de reis van Egypte naar het land Kanaän, maar er staat ook geschreven dat Hij het volk een moment deed honger lijden. "deed u honger lijden"  (Deut. 8:3). Dat deed Hij met een bepaald doel. (verootmoedigen, op de proef stellen, om u te doen weten dat .. ) Hij deed hen een moment honger ­lijden, maar Hij liet hen niet verhonge­ren. Hij bracht hen hoe dan ook veilig in het beloofde land.

 

(Voor een uitgebreidere bespreking van beproevingen in het leven van de gelovi­ge, zie de studie "lijden, moeiten en tegenslagen in het leven van de christen")

 

22.4.  Zet God op de eerste plaats en dan komt de rest vanzelf.

 

+ Mattheus 6:33.

"maar zoekt eerst zijn koninkrijk en zijn gerechtigheid en dit alles zal u bovendien geschonken worden"

 

Als jij leeft voor God, als je je inzet voor zijn zaak en als je in alles zoekt naar zijn wil dan zal God voorzien in alles wat je nodig hebt.

 

"dan wordt het je toegeworpen"

Zo staat het letterlijk in de Griekse tekst.

(Zie ook de statenvertaling.)

 

Let op het kontrast dat de Heer maakt tussen zijn discipelen en de ongelovigen. Beide groepen zoeken maar ze zoeken wel ver­schil­lende dingen. Ze hebben verschillende prioriteiten. Ze zijn gericht op verschillende dingen. Het zoeken van de wereld, het zoeken van de heidenen wordt gesteld tegenover het zoeken van de gelovigen.

"zoeken"  (Lucas 12:30 ; Matth. 6:32)

"zoekt,"  (Lucas 12:31 ; Matth. 6:33)

 

Hoe gedragen wij ons op dit gebied? Waar gaat ons zoeken naar uit? Gedragen wij ons als heidenen of als kinderen van de hemelse Vader? "Gij geheel anders: gij hebt Christus leren kennen"  (Efeze 4:20)

 

22.5.  Eben Haëzer - tot hiertoe heeft ons de Here geholpen

 

+ 1 Samuel 7:12 (:10-12)

 

De Heer had de Israëlieten zojuist een overwinning over de Filistijnen geschonken. Daarop richtte Samuël een steen op en gaf die de naam Eben Haëzer, en zei: Tot hiertoe heeft ons de Here geholpen.

 

Die steen was een herinneringsteken. Als de Israëlieten later die steen zouden zien, zouden ze er weer aan herinnerd worden hoe de Here hen had verlost (:10,12).

 

Ook wij zouden eigenlijk zulk soort herinneringstekenen moeten oprichten na uitreddingen van de Heer. In ieder geval zouden we voor ogen moeten houden hoe de Heer ons telkens in het verleden heeft geholpen.

 

Tot hiertoe heeft de Here geholpen.

 

De Heer heeft ons in het verleden op allerlei terreinen en in allerlei situaties gehol­pen, waarom zou Hij daar dan nu plotse­ling mee stoppen? Hij heeft tot hiertoe gehol­pen en Hij zal ook vandaag en morgen helpen.

 

 

 

 

 

 

22.6.  Heilige onbezorgdheid

 

22.6.1. Het wordt je toegeworpen

 

Matth. 6:33.

Staten Vertaling, grondtekst.

 

Je hoeft er niet achteraan te jagen. Het zal je worden toegewor­pen als je voor de Heer leeft.

 

22.6.2.  Ziet naar de vogels

 

Matth. 6:26.

"Ziet naar de vogelen des hemels; zij zaaien niet en maaien niet en brengen niet bijeen in schuren en toch voedt uw hemelse Vader die; gaat gij ze niet verre te boven?"

 

Zij zaaien niet en maaien niet en brengen niet bijeen. En toch.

 

22.6.3. God zal wel iets voor ons klaar hebben liggen

 

Zie wat hierboven onder punt 22.5. gezegd is.

 

Als we wat langer de Heer kennen, kunnen we ongetwijfeld getuigen van de hulp en uitreddingen van de Heer. God heeft ons vroeger geholpen. Waarom zou God daar dan nu plotseling mee stoppen? Hij is toch niet veranderd, wij zijn toch niet veranderd? Hij is toch nog steeds onze hemelse Vader?

 

Tijdens de reis van Egypte naar Kanaan heeft God het volk Israël keer op keer in allerlei situaties uitgered. We lezen nergens in de bijbel dat Hij daar halverwege de reis plotseling mee gestopt is. De Heer heeft het volk Israël indertijd niet met allerlei wonderen uit Egypte geleid en in de woestijn gebracht om het daarna plotseling voor zichzelf te laten zorgen. Zou God dan wel iets dergelijks met ons doen? Ons tot hiertoe helpen en daar plotseling, om welke reden dan ook, mee ophouden? De Heer is begon­nen voor ons te zorgen en Hij zal daar mee doorgaan.

 

Psalm 23:1,6

"De Here is mijn herder, mij ontbreekt niets"

"Ja, heil en goedertierenheid zullen mij volgen  al de dagen van mijn leven"

Niet enkele dagen maar al de dagen. Als de Heer je herder is dan is dit je zekerheid.

 

Ter illustratie een verhaal dat Isobel Kuhn vertelt in één van haar boeken. Het is iets wat ze zelf beleefd heeft. De tweede wereldoorlog was in volle gang toen ze als zendelinge uit China moest vluchten om terug te gaan naar Amerika. De reis van Birma naar Amerika moest per schip worden gemaakt. Het reizen over zee was gevaarlijk omdat Duitse onderzeeboten en Japanse oorlogsschepen alle scheepvaart bedreig­den. Het tijdstip van de afreis en de route van elk schip werd daarom strikt geheim gehouden want anders zou de vijand een hinderlaag kunnen leggen. Dit had tot gevolg dat de passagiers niet wisten in welke haven ze in Amerika aan zouden komen. Als je bedenkt welk een enorm land Amerika is kun je je een voorstelling maken van wat dit voor de passagiers betekende. De onzekerheid over de eindbestemming had tot gevolg dat ze geen voorbe­reidingen voor de ont­vangst konden treffen. Als ze in de haven aangekomen waren moesten ze het verder zelf maar uitzoeken. Isobel reisde samen met een stel van haar kinde­ren naar huis. Ze maakte zich zorgen: "Hoe moet dat straks nu, een wildvreemde haven, met een stel kleine kinde­ren?" Ze sprak haar zorgen uit tegen een mede­zendelinge die ook met die boot op weg was naar Amerika en dus in dezelf­de situatie verkeerde. De zendelin­ge zei het volgende tegen Isobel : "De Heer heeft ons tot nu toe op de hele reis (die in feite een vlucht was) geleid en geholpen. Daar zal Hij nu niet plotseling mee ophou­den. Wat ook de haven zal zijn waar we aankomen. De Here zal wel wat voor ons klaar hebben liggen." En inderdaad, zo is het gegaan, de Heer had wat voor hen geregeld.

 

22.6.4.  Het heeft toch geen zin je zorgen te maken

 

Lucas 12:25,26.

"Wie van u kan door bezorgd te zijn één el (veertig centimeter) aan zijn lengte toevoegen? Indien gij dan het geringste niet kunt, wat zult gij u bezorgd maken over het overige?"

 

Je hebt op veel zaken toch geen invloed. Wat heeft het dan voor zin om er over te tobben?

 

22.6.5.  Leef in het nu

 

"Maakt u dan niet bezorgd tegen de dag van morgen, want de dag van morgen zal zijn eigen zorgen hebben; elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad"  (Matth. 6:34)

 

Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen problemen. Je moet in het 'nu' leven.

 

De Heer heeft ons leren bidden: "Geef ons heden ons dagelijks brood". Bidden om het brood dat we nu, "heden", nodig hebben. Over het brood van morgen moeten we ons pas morgen druk maken.

 

Gisteren is geweest,

morgen is nog niet gekomen,

en vandaag is er de Heer.

 

Je moet je denken disciplineren. Weiger er aan te denken. Weiger je zorgen te maken over wat nog in de toekomst ligt. De toekomst is voor ons onzeker, maar is in Gods hand.

 

"Mijn tijden zijn in Gods hand"   (Psalm 31:16)

 

Soms zie je een probleem aankomen? Werp de bekommernis op de Heer (1 Petrus 5:7). Geef het probleem af aan de Heer.

 

22.7.  Geen passiviteit

 

God voorziet in het voedsel voor de mussen, maar ze moeten er nog wel zelf naartoe vliegen.

 

22.7.1.  God heeft verkozen om te werken via het gebed

 

God zal voorzien op zijn tijd en wijze, maar Hij wil gebeden zijn.

Zo heeft God gekozen om te voorzien.

"aan hen die Hem daarom bidden, vragen"   (Matth. 7:11)

"gij hebt niet omdat gij niet bidt"  (Jakobus 4:2)

 

22.7.2.  We moeten de normale middelen toepassen

 

Bijvoorbeeld, als we geld nodig hebben en werkeloos zijn moeten we een baan zoeken. Dat is de algemeen geldige richtlijn die de bijbel in dat geval geeft. Dat is wat we moeten doen, tenzij God ons ergens anders toe roept, b.v. tot fulltimewerk  in dienst van de Heer. Als we voor God leven zullen we ook op dit gebied de richtlijnen uit zijn woord gehoor­za­men. Normaal gesproken moeten we werk zoeken. Als dat dan om de één of andere reden niet lukt wordt het een ander verhaal.

 

We moeten aan de ene kant de zorg aan de Here God overlaten. Hij heeft immers gezegd: "Ik zorg voor u".(1 Petrus 5:7). Terwijl we ons aan de andere kant wel door de Heer in moeten laten schake­len bij het voorzien in die nood.

 

We moeten ons in deze dingen laten leiden door God. We moeten deze dingen doen vanuit de gemeen­schap met God, in geloof en overgave. Niet in kramp. In alles de leiding van God zoekend door zijn besturing van de omstandigheden (b.v open of gesloten deuren), de innerlij­ke leiding van zijn Geest en door de richt­lijnen van de bijbel toe te passen.

 

We moeten wel zorgen, maar niet bezorgd zijn.

 

Dit zorgen kan ofwel in eigen kracht ofwel in afhankelijkheid van de Heer gebeuren. Je kan hierin zelf aan het vechten zijn of vanuit het geloof bezig zijn (Zacharia 4:6). Het verschil is subtiel maar wezenlijk.

 

Zie de bijbelstudie over "verbrokenheid" waar uitgebreider over die twee manieren van bezig zijn wordt gesproken. Zie ook de bijbelstudie over "dingen met God ondernemen".

 

22.8.  Oorzaken van bezorgdheid

 

22.8.1. Kleingeloof

 

Lucas 12:28;  "kleingelovigen"

Mattheus 6:30 ; 8:26 ; 16:8.

 

Gebrek aan vertrouwen op God.

Twijfel aan Gods beloften.

Onwetendheid wat betreft Gods beloften.

 

22.8.2.  Niet bidden

 

Vergeten om de zorgen bij God te brengen, zonodig telkens weer.

 

Dikwijls derven wij veel vrede,

dikwijls drukt ons zonde neer.

Juist omdat wij 't al niet brengen

in gebed bij onze Heer.

 (Johannes de Heer / lied 150)

 

Filippenzen 4:6,7.

Als wij al onze wensen in gebed bij God brengen, met dankzegging, zal de vrede Gods onze harten en gedachten bewaren. De vrede Gods en bezorgdheid gaan niet samen.

 

"gij hebt niets omdat gij niet bidt"  (Jak. 4:2)

"aan hen die Hem daarom vragen"  (Matth. 7:11)

 

God zal voorzien op zijn tijd en wijze, maar Hij wil wel gebeden zijn.

 

22.8.3. Gebrek aan overgave

 

"terwijl Hij aan ons doe wat in zijn ogen welbehagelijk is"  (Hebr. 13:21)

"de wil des Heren geschiede"   (Hand. 21:14)

"doch niet gelijk Ik wil, maar gelijk Gij wilt geschiede"  (Matth. 26:39)

"de Here heeft gegeven, de Here heeft genomen, de naam des  Heren zij geloofd"  (Job 1:21)

 

Gebrek aan overgave, d.w.z. we laten niet aan God over hoe Hij alles zal besturen. Je vreest dat God wel eens dingen zou kunnen toelaten waarvan jij vindt dat dat eigenlijk niet kan en mag.

 

Iets aan God overgeven betekent dat je vrede hebt met de weg die God gaat. Je maakt wel je wensen bekend maar je laat het verder aan de Heer over in het vertrouwen dat zijn weg altijd de beste is. De Vader weet het het beste, wat God doet is welgedaan.

 

Als we dingen niet overgeven aan God raken we als gevolg daarvan in een kramp, dan raken we bezorgd.

 

Misschien hoor je dat je baan op de tocht komt te staan door een reorganisatie. Daar kun je je dan bezorgd om maken. "Als ik die baan kwijt raak wat dan? Hoe moet het dan verder? Hoe moet het dan met de hypo­theek? Enzovoorts." Eigenlijk vind je dat je niet zonder die baan kan. Het gevolg is dat je jezelf er aan vastklemt. In plaats van op de Heer te vertrouwen dat, mocht je je baan verlie­zen, Hij wel voor een oplossing zal zorgen. In het vertrouwen dat zijn weg altijd de beste is. We moeten ons niet vastklemmen aan een baan, aan een huis of aan wat dan ook. Doe je dat toch dan is dat een konstante bron van zorg. Je   vreest dat God iets wil doen (of dat God iets zal toelaten) wat je perse niet wilt dat zal gebeu­ren.

 

Speciaal  moeilijk is het als we al op een bepaald beperkt niveau leven en als God dan toelaat in ons leven dat we nog een stap achteruit moeten doen. Dat kan b.v. zijn op het terrein van onze gezondheid. Je gezondheid is misschien net stabiel. Je hebt geleerd met je beperkingen te leven. Je hebt je leven net mooi op orde en dan dreigt de gezondheid weer verder achteruit te gaan. Kramp en bezorgdheid: "Nee Heer, dit kan niet Heer, dit kan echt niet"

 

Op allerlei terreinen een stap terug doen kan zo moeilijk zijn. Als we beetje bij beetje het natuurlijke leven moeten loslaten. Onder de bezorgdheid ligt er dan een probleem van overgave.

 

22.9.  Bezorgdheid en zelf vechten

 

Zacharia 4:6.

 

Jesaja 30:15;  "in stilheid en vertrouwen"

Psalm 46:11;  "Laat af en weet dat Ik God ben"

 

Je bent weer zelf aan het zorgen, aan het vechten. In kramp alsof alles van jouw inspanning afhangt. Alsof er geen God is. Alsof er geen Vader is die alles overziet en die zich ook aktief met de situatie bemoeit.

 

Het is de natuurlijke mens weer die los van God, niet in geloof en overgave, bezig is.

 

Er staat "Hij zorgt voor u". (1 Petrus 5:7) Laat dan het zorgen aan God over en stop daar zelf mee. Hij heeft die taak op zich genomen. Jij hoeft Gods werk niet te doen. Je moet alleen be­schikbaar blijven en open staan voor Gods leiding voor het geval God je wil inschake­len bij de voorziening in een nood.

 

Kom tot rust van je eigen werken (Hebr. 4:10). Het zorgen in eigen kracht.

 

Hij zorgt voor ons en wij laten Hem voor ons zorgen. Dat is de goede taakverdeling.

 

"Dit is het probleem, Heer. Zorgt u er maar voor. Ik laat de zorg aan u over."

 

22.10.  Werp je bekommernis op de Heer - de rust van het geloof

 

"Werpt al uw bekommernis op Hem,  want Hij zorgt voor u"  (1 Petrus 5:7)

 

De dingen die je drukken, de dingen waar je onder gebukt gaat, moet je op de Heer werpen. Je moet ze overgeven aan Hem. Je moet ze in zijn handen leggen. Je moet ze in gebed aan Hem voorleggen en er op vertrouwen dat Hij de zorg, naar zijn belofte, over­neemt.

 

Als het terugkomt, werp het dan opnieuw op de Heer. George Verwer vertelde dat hij als leider van een grote jeugdevangelisatieorganisatie te maken kreeg met veel problemen. Toen ik hem hoorde spreken vertelde hij dat er op dat moment b.v. een aantal mede­werkers in Nepal door de politie opgepakt waren. Ze hadden al dagenlang niets meer van hen gehoord. Dat drukte op hem, maar hij wentelde die bekommernis op de Heer. En telkens als het terugkwam (als de zorg weer op hem drukte) dan legde hij het opnieuw in handen van de Heer. Hij zei: "Vandaag moet ik dat al wel 20 keer hebben ge­daan." Als het terug komt "cast it again  (werp het opnieuw op de Heer)". "Keep the burden upon Him".

 

Je bekommernis op de Heer werpen en bij de Heer laten kun je alleen door het geloof doen. Zonder geloof werp je de zorg op de Heer en neem je hem gelijk ook weer mee terug.

 

Er staat "werpt al uw bekommernis op de Heer". Er volgt in de tekst nog een motivatie. Er staat een reden waarom we dat moeten doen: "want Hij zorg voor u". Dat is een feit. Dat staat zwart op wit in de bijbel. We moeten onze ogen op dit feit richten en op de beloften uit Gods woord. "Rekenend op uw belof­ten ben ik overwinnaar te allen tijd." Als werkelijk in ons hart doordringt dat God voor ons zorgt, dan stoppen we met zorgen maken.

 

Staat in het geloof. "Dank u wel, Heer, dat u voor me zorgt. Dat u me met uw Zoon ook alle dingen zult schenken". Ga al dankend de beloften door.

 

"Al wie op Hem zijn geloof bouwt zal niet beschaamd uitkomen" (Rom 10:11). Het kan niet misgaan. Het kan niet fout gaan als je op God vertrouwt.

 

Hebr. 12:1.

"laten ook wij .. afleggen alle last.. die u zo licht in de weg staat"

 

22.11.  Een praktijk voorbeeld - de zorg voor een kwetsbaar kind

 

Ik neem dit voorbeeld omdat het zo dicht bij ons komt. Immers wat gaat je meer ter harte dan één van je kinderen? Wat doen we sneller dan ons bezorgd maken over onze kinderen? En dat is zeker zo als het kind om de één of andere reden erg kwetsbaar is.

 

Hoe zorgen we voor hen? In kramp of in vertrouwen?

 

"de Here bewaart de eenvoudigen"  (Psalm 116:6 )

"de zogenden zal Hij zachtkens leiden"  (Jesaja 40:11)

 

Is er overgave of stormt het geregeld in ons hart? Botst onze wil met Gods wil? Met wat Hij toelaat? "Heer, dat mag U niet met mijn kind doen". Maken we ons zorgen over de toekomst? "Hoe zal het straks gaan. Hoe moet dat als ik er niet meer ben". Enzovoorts.

Natuurlijk mag je best over deze dingen nadenken, maar je mag die last niet zelf gaan dragen.

 

Er is niets tegen om plannen te maken als het maar niet onze eigen plannen zijn, als het maar in afhankelijkheid van de Heer gebeurt.

 

22.12.  Bezorgdheid is zonde - reken er mee af

 

De bijbel zegt: "Weest niet bezorgd".  (Filp. 4:6, Math. 6:25)

 

God zegt "doe het niet" en als we het toch doen zijn we ongehoor­zaam. Bezorgdheid is een zonde die beleden moet worden. Noem ook op dit gebied de zonde de zonde. Verzet je ertegen, bekeer je ervan. Ga ertegenin.

 

22.13.  Ik ben benieuwd hoe God het deze keer zal oplossen

 

Het is niet de vraag of God zal voorzien. Het is alleen de vraag op welke manier God het zal doen.

 

De bekende prediker C.H. Spurgeon vertelde eens de volgende gebeurtenis. Het verhaal speelt zich aan het eind van de negen­tiende eeuw af. In die tijd was de armoede veel schrijnender dan tegenwoordig in Europa het geval is. Op een zondag was hij voor een spreekbeurt in een kleine baptis­tengemeente ergens in Enge­land. Het viel hem op dat het pak van de voorganger erg ver­sleten was. Spurgeon was toen al bekend en zijn komst beteken­de dat er veel extra toehoorders waren. Hij heeft toen tij­dens die bijeen­komst voorgesteld de collecte te besteden aan een nieuw pak voor de voorganger. Zelf gaf hij het goede voorbeeld door ruim bij te dragen. Zo kwam er genoeg geld bijeen voor een nieuw pak. Na afloop maakte Spurgeon zijn excuses tegenover de voorganger omdat hij zo de aandacht op zijn versle­ten pak had gericht. De voorgan­ger zei dat hij daar geen probleem mee had en hij voegde daar aan toe dat God altijd op tijd weer had voorzien in een nieuw pak. Hij zei dat deze keer God wel op een heel verrassende wijze voor een pak had gezorgd. Hoe God voorzag was elke keer weer een avontuur.

 

22.14.  Elk probleem vormt een podium waarop God zijn macht kan openbaren

 

Hoe kijken we tegen noden en problemen aan?

 

"daarom heb ik een welbehagen in .... noden"  (2 Kor. 12:9-10, speciaal :10)

Zo keek Paulus er tegenaan. Hij had een welbehagen in zwakhe­den en noden want hij wist: "Als ik zwak ben zal ik God aan het werk zien"

 

Wanneer wij aan het einde van onze natuurlijke mogelijkheden zijn gekomen, dan komt God in aktie. "When we are at the end of our natural resources then God steps in" Als we het zelf kunnen hoeft God niet in aktie te komen. Als we het zelf niet meer kunnen, zal God het moeten doen. Als wij zwak zijn krijgt Gods kracht pas de kans om zich volledig te laten zien.

 

Zie het hierboven (onder punt 22.13.) gebruikte voorbeeld van de predikant die een jas nodig had. Als hij voldoende geld had gehad, had hij die jas zelf kunnen kopen. Op zich is het ook een genade van God als je geld genoeg verdient waardoor je de dingen die je nodig hebt zelf kunt kopen, maar het is toch minder specta­cu­lair dan wat er nu gebeurde. Nu moest God elke keer als hij een jas nodig had op een verrassende wijze ingrij­pen. Daarin werd Gods kracht en genade veel duidelijker zicht­baar. "eerst ten volle" (2 Kor. 12:9). Vanwege dit soort noden kreeg deze predikant telkens de heerlijk­heid en kracht van God te zien.

 

Hoe zwakker wij zijn des te meer we bovennatuurlijk moeten leven. Hoe zwakker we zijn des te meer zal Gods kracht openbaar worden.

 

Zie de problemen, ook de noden, niet als een last, zie het als mogelijkheden voor God om zijn macht te openbaren.

 

ELK PROBLEEM VORMT EEN PODIUM VOOR GOD WAAROP HIJ ZIJN MACHT KAN TONEN. Het is een kans voor God om zijn macht te laten zien en het is een kans voor ons om God aan het werk te zien.

 

God kracht wordt pas ten volle openbaar in zwakheid  (2 Kor 12:9).

 

Problemen, noden, Paulus verwelkomde ze.

 

 

 

HOME
De andere studies over de praktijk van het christenleven