24.  Bidden en ontvangen - vervolg

 

(Bestudeer eerst de studie "bidden en ontvangen" en de studie "Hoe de leiding van God te ervaren?" en daarvan met name het gedeelte over de innerlijke leiding van Gods Geest)

 

24.1.  Iets in gebed claimen

 

Belofte maakt schuld.

 

Als je iets belooft, ben je daaraan gebonden. Als je iets belooft dan ben je schuldig om je belofte na te komen. De Here God heeft ook allerlei beloften gedaan. Hij is daarom ook ver­plicht om zijn beloften na te komen. De Heer moet dat doen.

 

Handelingen 7:17;  "zich had verbonden"

God zat er aan vast. Hij had zich gebonden. Hij was schuldig om die belofte aan Abraham te vervullen.

 

Claimen is aanspraak maken op datgene waar je recht op hebt. Als iemand je iets beloofd heeft, dan mag je de vervulling van die belofte claimen. In zekere zin mag je het opeisen. Je mag de ander aan zijn woord houden. Dit geldt ook tegenover de Here God waar Hij zich in zijn beloften gebonden heeft.

 

"en nu, Here, ... doe zoals Gij gesproken hebt"    (1 Kron. 17:23)

 

"antwoord mij naar uw belofte"

(Psalm 119:41,58,76,116,154,170)

 

"Verschaf mij recht"  (Lucas 18:3)

"Zal God dan zijn uitverkorenen geen recht verschaffen? (Lucas 18:7)

 

"Thank You Lord  that there is someone who has integrity in this Universe.

 Lord You must do it. I know that You are no liar."

 

Lucas 11:5-8, speciaal :8.

"importunity"

Onbeschaamheid.

 

Dit strijdt niet met de eerbied en het ontzag waar God altijd recht op heeft. Er is een soort heilige onbeschaamdheid die God aan zijn woord houdt.

 

Take one promise and keep on claiming it till you recieve it. Neem een belofte uit Gods woord en blijf hem claimen (opvragen) totdat je de vervulling hebt verkregen.

 

24.2.  Pleitgronden in het gebed

 

In het punt hierboven is beschreven hoe de beloften van God een pleitgrond vormen. Zie hoe Nehemia in zijn gebed pleit op Gods woord (Nehemia 1:8). Zie hoe zijn argumentatie, zijn pleiten bij God loopt. "Het ene (verstrooien na trouwbreuk) hebt U gedaan. Wilt U nu ook het andere (vergaderen na bekering) doen?"

 

Ook het karakter van God is een pleitgrond. God is zoals Hij is. Zichzelf verloochenen kan Hij niet. (2 Tim. 2:13) Hij is getrouw en Hij blijft getrouw en Hij kan niet ontrouw handelen. Hij is rechtvaardig en Hij blijft recht­vaardig en Hij kan niet onrechtvaardig handelen. God kan en wil niet tegen zichzelf in gaan. Er zijn bepaalde dingen die Hij krachtens zijn eigen karaker niet kan en wil doen. Zo kan Hij b.v. niet liegen (Titus 1:2). Er zijn bepaalde dingen waar Hij krachtens zijn eigen onveranderlijke volmaakte karakter toe gedrongen wordt. Zie b.v. Richteren 10:16: "Toen kon Hij .. niet langer aanzien" God is Vader, zo heeft Hij zichzelf geopenbaard. Hij zal zich ook als Vader betonen. Ook daarin kan Hij zich niet verloochenen. Als een kind van hem met zijn of haar nood tot Hem komt zal Hij, op welke wijze dan ook, reageren (Matth 7:9-11). Een aardse Vader, als hij een werkelijk vader is, moet op een reële nood van zijn kind reageren. Zo is de natuur van een vader. Als hij niets zou doen, zou hij zijn vaderschap verloochenen. De volmaakte hemelse Vader zal volmaakt als vader reageren.

 

"naar uw goedertierenheid"

Psalm 119:88,124,149,159.

"Heer, U bent goedertieren, wilt U dan nu goedertieren met mij handelen. Uzelf aan mij de goedertieren God betonen?"

 

Genesis 18:23-25.

Abraham, in zijn voorbede voor Sodom en Lot,  deed een beroep op de rechtvaardigheid van de Here God. "U wilt Sodom straffen, maar wat dan met de rechtvaardigen die daar wonen? Die worden dan mee gestraft en dat is toch niet rechtvaar­dig (eerlijk)? U bent rechtvaardig, dus dan kunt U dit toch niet doen? U bent rechtvaardig, Heer. Dit kunt U niet doen."

 

Salomo was zeer wijs. Hij had inzicht in allerlei dingen. Hij had onder meer inzicht in de natuur van een moeder. Menselijke moeders reageren in bepaalde situaties in grote lijn hetzelfde. Salomo gebruikte dat inzicht, die wijsheid, in zijn recht­spraak.

 

1 Kon. 3:26;  "omdat haar moederlijk gevoel  … was opgewekt"

 

Zo kunnen wij ook door de Geest van God, door de bijbel en door het zien van Gods handelen, inzicht krijgen in het karakter en de wegen van God. En op dezelfde wijze als Salomo mogen we daar met grote eerbied "gebruik" van maken. Abraham wist dat God recht­vaardig is. Daarom had hij een pleitgrond voor Sodom en Lot.

 

24.3.  Gebed en de innerlijke leiding door Gods Geest

 

De Heilige Geest is betrokken bij ons bidden. We bidden tot de Vader in de naam van Jezus en in de Heilige Geest.

 

"bidden in de Geest"  (Efeze 6:18, Judas :20b)

 

We moeten ons bij het bidden ook laten leiden door de Geest (Gal. 5:18). Voor wie en voor wat moeten we bidden? Wanneer bidden? En wat precies? Hoe lang? Hoe vaak? Ook hier leidt God ons weer door zijn besturing van de omstandig­heden (wie of wat brengt God op je weg), door de algemene richt­lijnen uit zijn woord dat zegt waarvoor en voor wie en wat we moeten bidden, en door zijn Geest die ons kan dringen om ergens voor te bidden, die een gebedslast kan geven, die innerlijk getuigenis op een bepaald gebed kan geven.

 

Psalm 27:8;  "Van Uwentwege zegt mijn hart"

De Geest zet aan tot gebed. Een innerlijke oproep tot gebed.

Daar moeten we aan toegeven, op ingaan.

 

Een typerend voorbeeld. Het gaat over een zendeling van de OZG die in Borneo werkte. Hij was nog maar kort gearriveerd en een moment alleen toen in zijn woon­plaats een grote heidense feestdag werd georga­niseerd. Het hoogtepunt was een enorme proces­sie waarbij afgodsbeelden en pries­ters werden rondgedragen. Die priesters waren vaak in trance, bezeten. Het was een zeer demonische zaak. Uit nieuwsgie­rig­heid ging hij als een toerist foto's nemen. Zonder te bidden om bescherming betrad hij het terrein van de vijand. Zonder leiding van de Heer. Zonder een deugdelijke reden. Toen de processie voorbij kwam staarde één van de door demonen bezeten priesters hem aan. De priester kwam van zijn wagen af met de ogen strak op de zendeling gericht, met een groot zwaard. Door de grote mensen­massa kon de zende­ling net ontsnap­pen. Hij ging naar huis en ervoer ook daar nog zware geeste­lijke druk van de demonen. Na enkele uren verdween die druk.

Later kreeg hij brieven van twee christenvrienden uit Amerika. Die schreven los van elkaar het volgende verhaal. Ze vertelden hem dat ze op een bepaald moment in hun geest de sterke aandrang kregen om voor hem te bidden. Alsof hij in groot gevaar was. Nadat ze enkele uren voor hem gebeden hadden verdween die drang. Beiden gaven dezelfde dag en tijd aan. De zendeling keek naar de dag en zag dat het de dag was dat hij naar die processie was geweest.

 

Zo werkt het lichaam van Christus. Zo leidt de Heilige Geest de christenen die daarvoor openstaan (Is je innerlijk oor open? Openb. 3:7) in hun gebeden. Sta je recht tegenover de Heer, ben je onvoorwaardelijk beschikbaar voor de Heer, verwacht je het van jezelf of van de genade van de Heer, zoek je de Heer regelmatig in gebed en door het lezen van zijn woord, heb je gemeenschap met andere toegewijde, evenwichtige, op de bijbel georiënteerde christenen? Dan zal de Geest van God je vervullen en je ook zo in de gebeden gaan leiden.

 

Als we niet weten wat te bidden, komt de Geest onze zwakheid te hulp  (Romeinen 8:26).

Erken je zwakheid, je onvermogen en reken er op dat de Geest je te hulp zal komen. "Heer, ik kan het niet, maar ik ga het toch doen omdat U het in mij en door mij zult doen"

 

De Heilige Geest is in ons de Geest van de genade en de gebeden (Zacharia 12:10). Die Geest is over ons uitgestort (1 Kor. 12:13b, allen gedrenkt). We zullen dit ervaren als we vervuld zijn met Gods Geest (Efeze 5:18). (Zie de studie over de vervulling met Gods Geest)

 

24.4.  Een gebedslast

 

(1)   God leidt ons ook door het geven van een gebedslast.

 

God kan je er toe dringen om ergens voor te bidden. Zie de illustratie van de zendeling hierboven, de twee christenen die door de Heer werden gedrongen om voor die zendeling te bidden.

 

(2)  Onuitsprekelijke verzuchtingen

 

Romeinen 8:26.

"onuitsprekelijke verzuchtingen"

Het zuchten van de Geest door je heen.

 

God wil niets weten van "omhaal van woorden" in ons bidden. Toch spreekt de bijbel over aanhoudend bidden (b.v. Efeze 6:18). Dat is wat anders dan regelmatig bidden. Het is met aandrang bidden, het is dezelf­de bede herhalen. Aanhoudend bidden is het gevolg van een last van Gods Geest. Zolang de Geest blijft dringen, zolang de zaak op je geest en ziel blijft drukken, blijf je bidden (zuchten tot God).

 

(3)   De last afwentelen.

 

Gods Geest geeft een last. Verlichting komt alleen door gebed. We moeten die last afwentelen door gelovig en zo nodig aanhoudend gebed. We moeten doorgaan met bidden tot de last weg is, tot je weer rust in je Geest krijgt. Soms schakelt God je in in een gebedsstrijd. Dan wentel je de last af door gebed, maar enige tijd later is deze weer terug en dan bid je opnieuw. Enzovoorts. Zo zet God zijn volk aan het bidden.

 

(4)   De vraag is of God ons zo'n last kan geven.

 

Zijn we vervuld met Gods Geest? Heeft God ruimte in ons leven? "in uw binnenste is het te eng" "Wie een oor heeft die hore wat de Geest tot de gemeenten zegt".

 

Gods last overnemen, delen.

Kan God zijn last met je delen?

 

Wat op Gods hart drukt wil Hij met je delen.

 

+ "ontzette zich"   (Jesaja 59:16)   (Lees het vers in de Statenvertaling en de Nieuwe Vertaling)

+ "zocht iemand"   (Ezechiël 22:30)

 

Johannes 12:27,28.

"Wat zal ik zeggen? ….. verlos mij uit deze ure? … Vader verheerlijk uw Naam"

 

De ijver voor Uw huis heeft mij verteerd.  (Johannes 2:17, Psalm 69:10)

Hoe zou ik slapen.   (Psalm 132:1-5)

Hetzij door mijn leven, hetzij door mijn dood.   (Filp. 1:20)

Uw koninkrijk kome. Uw wil geschiede. Uw naam worde geheiligd. Uw, Uw, Uw.

(Matth. 6:10, Lukas 11:2)

 

(5)   Iemands last overnemen.

 

Iemand is in benauwdheid, een last drukt op hem. Een voorbidder neemt die last over en draagt die last mee.

 

In bidstonden worden gebedsonderwerpen genoemd. Iemand geeft iets door. Het kan gebeuren dat er snel voor wordt gebeden en soms wordt er zelfs verge­ten om het in gebed bij de Heer te brengen. Hoe komt dat? Dit heeft te maken met het geleid worden door Gods Geest. Het heeft te maken met open­heid voor Gods Geest (innerlijke oren, geestelijk onder­schei­dings­vermogen). Het kan zijn dat het verzoek tot voorbede niet goed was. Dat wil zeggen dat het niet in lijn was met Gods woord, Gods karak­ter, Gods Geest. Het kan ook zijn dat een enkel gebed voldoende is. Maar het kan ook zijn dat degene die het verzoek tot voorbede geeft wel een last van de Heer heeft, maar dat de anderen het niet overnemen. Dat ze niet bereik­baar zijn voor Gods Geest.

 

Als een ander een gebedslast heeft en je bidt met hem, dan legt de Geest die gebedslast meestal ook op jou. Zodat je samen met hem of haar die last op de Heer kan afwentelen.

 

(6)   Identifikatie

 

Dit is één van de sleutels tot het overnemen van een gebedslast. Tot openheid zodat de Heer je een gebedslast kan geven. Natuur­lijk is en blijft de eerste voorwaarde dat je vervuld bent met de Geest.

 

Paulus roept ons op om mee te leven met de gevangenen "als mensen die zelf ook een lichaam hebt" (Hebr. 13:3). Met andere woorden, hij zegt; verplaats je in de situatie van de gevangenen. Jullie hebben ook een lichaam; stel je voor dat jij daar zat. Zo werkt dat ook in gebed. Als je zelf veel meegemaakt hebt dan kun je je makkelijker in een ander verplaatsen, de benauwdheid van de ander aanvoelen.

 

De evangelist Moody was uitgenodigd om te spreken in de stad Cambridge. Hij hield evangelisatiebijeenkomsten waar ieder werd uitgenodigd. Daar was veel zegen. Hij hield ook samenkomsten speciaal voor de studenten van de universiteit van Cambridge. Dat liep de eerste keer niet zo goed, er was veel weerstand. In reaktie daarop organiseerde Moody een bidstond waarin speciaal voor deze studenten zou worden gebeden. Het bijzondere nu, en daar gaat het in dit verband om, was dat Moody niet iedere gelovige opriep om deze bidstond te bezoeken. Hij riep speciaal de moeders onder de christenen in Cambridge op om te komen bidden. Moeders met zonen in dezelfde leeftijd als de studenten van Cambridge. Enkele honderden kwamen en hielden een bidstond. In de samenkomst voor de studenten die volgde op deze bidstond kwam de geestelijke doorbraak en velen kwamen tot geloof.

Waarom vroeg Moody juist deze groep te komen bidden? Dat was omdat zij meer dan anderen open stonden voor Gods last voor deze studenten. Zij hadden zelf zonen waarvoor ze gebeden hadden. Iedere ouder kent immers de gebedsworsteling voor zijn of haar kinderen. De benauwdheid als het mis dreigt te gaan. Vanuit deze ervaring met God hebben ze gebeden voor de kinderen van anderen.

 

God gebruikt vaak gebedsinformatie om een last op ons te leggen. (Het kan ook zonder, zie weer het voorbeeld van de twee gelovigen die een last kregen om te bidden voor een bepaalde zendeling.)

 

Nehemia 1:2-4.

Nehemia kreeg informatie over de toestand van Jeruzalem. Dat raakte zijn hart. Dat werd hem tot een last. De enige uitweg was gebed. "Zodra ik deze woorden hoorde zette ik mij neder, weende en bedreef rouw dagenlang. Ook vastte en bad ik ..". God gebruikte die informatie om Nehemia in te schakelen.

 

Eenparig gebed en last.  (Mattheus 18:19)

Een belofte van verhoring: "het zal hun ten deel vallen". De voorwaarde: "als twee van u iets eenparig zullen begeren". Als twee eenzelfde gebedslast hebben voor een bepaalde zaak dan is dat een zekere aanwijzing dat God zal gaan handelen. De enige voorwaarde is dat ze doorgaan met bidden totdat het antwoord is gekomen.

 

24.5.  Nogmaals leiding in het gebed

 

Allereerst, pas op voor kramp. Je mag je hart uitstorten voor God. Je mag al je wensen bij Hem bekend maken. (Filp. 4:6)

 

God kan leiding geven door zijn Geest bij de gebeden, de voorbe­den. Maar God leidt ons ook door zijn woord. Daar vinden we de algemene richtlijnen waarvoor we moeten en mogen bidden. God leidt ons ook door zijn besturing van de omstandigheden. Wie brengt God op onze weg? Je kan b.v. voor heel veel zendelingen met name bidden, maar het ligt voor de hand dat je bidt voor de zendelingen die door jouw gemeente zijn uitgezonden en/of worden ondersteund. Je kunt voor heel veel onbekeerde mensen bidden maar het ligt voor de hand dat je bidt voor de mensen in je omgeving. Dat is Gods leiding door de omstandigheden. Vaak leidt God door een kombinatie van bijbel, zijn Geest en zijn leiding in de omstandigheden.

 

De leiding van Gods Geest kan komen door het geven van een gebedslast, ook door vrijmoedigheid om iets te bidden, doordat je er geloof voor hebt, ook doordat je in je Geest opmerkt dat het een goed gebed is.

 

Het is goed om je af en toe bij je gebeden eens af te vragen: Is dit een goed gebed? Kan ik daar geloof voor hebben? Ervaar ik de bijstand van Gods Geest als ik er voor bid? Daarvoor is inzicht in Gods woord nodig. Daar is ook gebedservaring voor nodig.

 

Als je voor iets wilt bidden is het goed om je eens af te vragen wat je konkreet gaat bidden.

 

Er komen altijd vele verzoeken tot voorbede. We moeten ons afvragen: Wil de Heer dat ik dit op me neem? We zullen immers moeten selecteren.

 

24.6.  Spontaan of gepland gebed

 

Voor beide moet plaats zijn. Bij gepland gebed wordt er b.v. gebruik gemaakt van een gebedslijst en/of van vaste tijden. Dit is zeer goed en moet zeker gedaan worden willen wij voorbid­ders worden. Daarnaast is er spontaan gebed. Ook dat is goed, we moeten alles met de Heer bespreken, ons hart voor hem uitstorten, als God een last geeft blijven bidden, enzovoorts.

 

24.7. Wanneer bidden?

 

Wat zegt de bijbel daarover?

 

(1) Bij elke gelegenheid  (Efeze 6:18)

 

Als christenen bij elkaar komen, als er vragen of zorgen worden besproken, als er een crisissituatie is, bij afscheid, als er reden tot dank is, etc.

 

(2)   Zonder ophouden  (1 Thess. 5:17)

 

Hoe kan dat? Hoe kun je te allen tijde bidden? Je moet toch ook andere dingen doen in het leven? Je moet toch ook af en toe even ontspannen? Is dit geen onmogelijk gebod? Het gaat hier niet zozeer om iets wat je bewust doet. Het gaat om een gebedshouding. Het gaat om een leven van gebed. Een leven waarin bidden net zo natuurlijk is als ademhalen. We moeten in een geest van gebed blijven. Als de Heilige Geest, die de Geest der gebeden is (Zach 12:10), in ons heerst dan komt ook het gebed in ons leven. Van binnenuit.

"Ik ben een en al gebed"  (Psalm 109:4)

Niet ik bid een gebed, nee, ik ben gebed"

 

Het gaat dus niet om een bewuste inspanning. Het gebeurt spon­taan. Het gebeurt als gebed in toenemende mate is geworden tot een gewoonte van onze ziel.

 

Als wij net als Daniël vaste tijden van gebed in acht nemen (Dan. 6:11). Bijvoorbeeld voor het doen van voorbede aan de hand van een gebedslijst. Als we bidstonden bezoeken waar ernstig en aanhou­dend wordt gebeden. Dan went onze ziel aan het gebed. Een tijd van vasten geeft ook vaak verdieping aan die geest van gebed. Dan merk je opeens dat je ook geregeld spontaan in gebed bent in de rest van je tijd.

 

+ Dag en nacht.  (Lukas 18:7, 1 Tim. 5:5, 1 Thess. 3:10)

Dit is nodig als de omstandigheden daartoe dringen.

 

+ altijd  (Lucas 18:1)

 

24.8.  Aanhoudend, vurig gebed, op de Here aanlopen

 

- Dag en nacht bidden wij vurig  (1 Thess. 3:10)

- Met aanhoudend bidden en smeken   (Efeze 6:18)

- In den gebede met mij te worstelen   (Rom. 15:30)

- Altijd in zijn gebeden voor uw worstelende  (Kol. 4:12)

- Vasten.  (Ezra 8:21,23; Dan. 9:3)

 

Het gaat om het met aandrang bidden. Vurig, aanhoudend, dag en nacht, smeken, worstelen.

 

Op God aanlopen.

"Ik laat u niet gaan, tenzij gij mij zegent" (Gen 32:26)

God vasthouden. Ik laat u niet gaan, tenzij mij zegent

 

Smekingen.  (Efeze 6:18;1 Tim. 2:1; Filp. 4:6)

Wat is smeken? Een dringend gebed, een ootmoedig gebed, niet eisen maar om gunst vragen, om onverdiende goedheid. De moeder van een bezeten kind smeekte (Matth. 15:22-28, speciaal :27).

 

24.9. Vasten

 

Ezra 8:21-23,  Daniel 9:3.

 

Het doel van vasten: Laten zien dat het je ernst is. (To show that you are in dead earnest.) ernst in je zoeken van het aangezicht en de gunst van de Heer. Het is een vorm van je aan de Heer vastklemmen. "Zonder U kan ik niet verder"

 

Vasten is een vorm van jezelf verootmoedigen. Verootmoedigen is jezelf klein maken voor de Heer, je afhankelijkheid belijden, je onmacht, je zonden, je failliet. (Ezra 8:21,  Psalm 35:13,  Jesaja 58:3-5)

Vasten om je stem in de hoge te doen horen (Jes. 58:4b)

 

Net als bidden heeft vasten  geen enkele zin als je niet recht staat tegenover de Heer. Als je je niet afkeert van elke zonde waar God je van overtuigd heeft.  ( Jesaja 58:1-4, etc.)

 

Ook de christenen uit het Nieuwe Testament vastten.

+ Aanstelling oudsten.  (Hand. 14:23)

+ Terwijl zij vastten bij de dienst des Heren.  (Hand. 13:2)

 

 

In het verborgene. (Matth 6:16-18)

De Heer belooft zegen op het vasten.  (Matth. 6:18  "vergelden")

 

Hanna.  (Lukas 2:36,37)

 

Zie verder de bijbelstudie over vasten.

 

24.10.  Ergens doorheen bidden

 

Bidden totdat het beloofde is verkregen. Bidden totdat de last is afgewenteld.

 

Exodus 17:8-16,  speciaal :11.

Als Mozes zijn armen liet zakken had de vijand de overhand. Als Mozes de handen omhoog hield had Israël de overhand. Hij hield de armen zolang hoog totdat de vijand was verslagen.

 

De overwinning wordt behaald op de knieën. Daar valt de beslis­sing. (Prayer is where the action is). Gebed is de vlag van de overwinning hijsen en dan zien wat God in antwoord op het gebed heeft gedaan.

 

24.11.  Ergens door gebed tegenin gaan

 

Door gelovig gebed weerstand bieden.

 

"doch de satan heeft het ons belet"   (1 Thess. 2:18)

"dag en nacht bidden wij vurig dat"  (1 Thess. 3:10)

 

Op de bres staan (Ez . 22:30). Natuurlijk wel in geloof en onder leiding van Gods woord en Geest. "Er was niemand die zeide: geef terug" (Jesaja 42:22b).  Weerstand bieden (Jak. 4:7).

 

An all night of prayer.

 

Een gebedsstrijd aangaan.

 

24.12.  Iets in gebed aanvatten

 

Je aangezicht er toe zetten.  (Daniel 9:3)

 

24.13.  De gebedshouding

 

In de bijbel vinden we daar geen bindende voorschriften voor. We vinden wel voorbeelden. Het meeste op de voorgrond in het Nieuwe Testament staat het knielen. (Zie wat daar over geschreven is in de studie "gebed is meer dan bidden" onder het kopje "aanbidding")

 

B.v. Hand. 21:5, Efeze 3:14,16

 

24.14.  Tot wie gericht?

 

Wellicht vindt u deze vraag overbodig. Toch moet ook dit bespro­ken worden, want net als vele andere dingen hebben "onkundige lieden" op dit gebied ook weer de Schrift verdraaid.

 

In de bijbel zien we dat er wordt gebeden tot God de Vader. Het gebed wordt gericht tot de Here God. Er zijn aanwijzingen dat gebed tot de Here Jezus ook goed is. "Indien gij Mij iets vraagt" (Johannes 14:13,14). Er is echter geen enkele aanwijzing dat er gebeden mag en moet worden tot de Heilige Geest, terwijl dat nu in bepaalde charisma­tische kringen steeds meer wordt gedaan.

 

Als christenen bidden wij tot God de vader, in de naam van Jezus en in de Heilige Geest.

 

Er staan vele gebeden in de bijbel, maar er staat niet één gebed in dat gericht is tot de Geest. Zeker niet in het Nieuwe Testa­ment. In het Nieuwe Testament wordt veel instruktie gegeven over het gebed. Er wordt veel gezegd over gebed. Maar nergens wordt ook maar de geringste aanwijzing gegeven dat we mogen bidden tot de Heilige Geest. Een van de redenen hiervoor wordt waarschijn­lijk in Johannes 16:14 gegeven. De Heilige Geest is niet gekomen om de aandacht op Zichzelf te vestigen, Hij is gekomen om Jezus te verheerlijken.

 

Dus: geen enkel voorbeeld, geen enkele instruktie, de Geest wil de aandacht niet op Zichzelf vestigen en toch staat men er op om tot de Geest te bidden.

 

Wat bezielt deze mensen toch? Wat zit hier achter? Wat voor geest zit hier achter? Dat ze zich niet houden aan het voorbeeld en de instruktie van het Nieuwe Testament. Dat ze verder willen gaan dan de Schrift (1 Kor. 4:6.)

 

Verder gaan dan de Schrift, afwijken van de Schrift, komt neer op de zonde van Jerobeam. Koning Jerobeam hield wel vast aan het dienen van de God van Israël, maar hij regelde de eredienst naar eigen inzicht in plaats van naar de voorschriften van de Heer.  Hij stelde een eigenwillige dienst aan God in. Daarachter zit een geest van opstand, van rebellie. Wij mogen zelf niet bepalen hoe God gediend moet worden; dat heeft God Zelf aangegeven in zijn woord.  (1 Koningen 12:25-33; 13:1-5; 14:16; 15:25,26,34; etc.) Zie ook Kol . 2:23, “eigenwillige godsdienst”.

 

In sommige kringen is men al zover dat men de Geest aan het oproepen is. Men nodigt de Geest uit om te komen en aan het werk te gaan.

 

24.15.  Doe uw mond wijd open

 

Psalm 81:11.

Denk aan een nest met pasgeboren vogels, als de ouders komen met voedsel dan openen de jongen hun mond wijd.

God kan alleen iets in je mond stoppen voor zover je je mond opendoet. Als je je mond wijd opendoet kan Hij er veel in stop­pen. Ook hier geldt: "Gij hebt niet, omdat gij niet bidt" (Jak. 4:2).

 

De olie bleef stromen zolang er nog vaten waren (2 Kon. 4:1-6,  speciaal :3 en :6).

Had de vrouw meer vaten neergezet dan was de olie blijven stromen. Had ze haar mond nog wijder open gedaan dan  had er meer in gekund.

 

Op de grond slaan (2 Kon. 13:18,19). De overwinningen kwamen zovaak hij op de grond sloeg. Had hij meer geslagen dan was er meer overwinning geweest, dan was er volledige overwinning geweest.

 

Waarom b.v. alleen bidden dat onze kinderen tot geloof zullen komen, en als dat gebeurt tevreden zijn. Laten we ook bidden dat ze voor de Heer zullen leven, dat de Here Jezus hun enige hartstocht zal zijn, dat ze voor Hem zullen leven. Doe uw mond WIJD open.

 

24.16.  Om uzelf aan het gebed te wijden

 

1 Kor. 7:5.

 

We zien dat er in het leven van christenen momenten kunnen zijn waarin het goed is om je op een speciale manier aan het gebed te wijden. Dan laat je andere, op zichzelf goede dingen, die afleiden, even liggen.

 

24.17.  Geen tijd

 

Dat is niet waar. Het is een kwestie van prioriteit. Neem eens een dag vrij om te bidden. Een ADV dag misschien? Als je het moeilijk vindt om voortdurend te bidden, bid dan b.v. aan het begin van elk heel uur een moment. Ga zo de dag door.

 

David Wilkerson was een onbekende voorganger totdat hij besloot om zijn TV weg te doen en om de tijd die hij s'avonds voor de TV doorbracht te gebruiken voor gebed. Nadat hij dit zo enige tijd gedaan had kreeg hij een last van God voor de leden van de straatbendes in New York en een roeping om daar het evangelie te brengen. Iets wat de Heer zeer gezegend heeft.

 

Natuurlijk is het ook nodig om af en toe te ontspannen, het gaat om de balans. Alleen de Geest van God kan je duidelijk maken of je op dit gebied nog in evenwicht bent.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

HOME
De andere studies over de praktijk van het christenleven