7.  Vruchtdragen: Gods aandeel en ons aandeel

 

7.1.  De sleuteltekst - Johannes 15:1-8

 

God is de land­man (de wijnboer). Jezus is de wijnstok. Wij zijn de ranken. De stam en de ranken (Jezus en wij) vormen samen die éne druivenplant. De wijnstok en de ranken zijn samen één organis­me.

 

De bijbel gebruikt het beeld van de inenting. Op de wijnstok wordt een insnijding gemaak. De rank wordt vastgezet in die insnijding. Vanuit de rank groeien wortels in de wijnstok en vanuit de wijnstok in de rank totdat ze aan elkaar vastge­groeid zijn. Ze delen daarna hetzelfde leven. Zo delen wij door de inwoning van Gods Geest het leven van de Here Jezus. We zijn met Hem verbonden door de doop in de Geest en daarom zijn we ook met zijn Geest gedrenkt (1 Kor. 12:13). Hij is in ons en wij zijn in Hem (Johannes 15:5). Wij zijn "één plant geworden met Jezus" zo staat het letter­lijk in het Grieks in Romeinen 6:5. Het is in de Nieuwe Verta­ling vertaald met "samengegroeid".

 

7.2.  God wil vrucht in ons leven zien

 

Een toename van vrucht.

 

Johannes 15:1-8

- vrucht  (:2a)

- meer vrucht (:2b)

- veel vrucht (:8)

 

"Hierin is mijn Vader verheerlijk, dat gij veel vrucht draagt"

Johannes 15:8.

 

Als wij vruchtdragen zal de grootheid van God daardoor aan het licht komen en door mensen en machten worden gezien.

 

7.3.  Vruchten die in de Bijbel worden genoemd

 

- vrucht van de Geest        (Gal. 5:22)

- heiliging                           (Rom. 6:22, Hebr. 12:11)

- werken met vrucht          (Rom. 1:13, Kol 1:10, 1 Thess. 2:1)

 

7.4.  Hoe komt het in ons leven tot vrucht?

 

Vrucht is het resultaat van leven en niet van aktiviteit. Een boom brengt vrucht voort, niet omdat hij met zijn takken zwaait, maar omdat hij voedsel en drinken blijft halen uit de grond. Zo is het ook met ons. Als wijnrank (Johannes 15:5) moeten wij ons blijven voeden uit de wijn­stok (uit Chris­tus) en dan komt de  geestelijke vrucht vanzelf  (Johan­nes 15:5; 2 Petrus 1:8).

 

Bij het voortbrengen van de vrucht zijn zowel de landman (God) als de ranken (wij) aktief.

 

God, de landman, snoeit opdat de opbrengst toeneemt (Joh. 15:1,2)

Wij moeten "in Christus" blijven (Joh. 15:5)

 

7.5.  Ons deel bij het voortbrengen van vrucht = in Christus blijven

 

"in Christus blijven"  (Johannes 15:4,5)

 

Wat is dat in Christus blijven?

En hoe komen we in Christus?

 

Allereerst is het belangrijk om te beseffen dat wij al in Chris­tus zijn. Bij onze bekering heeft God ons in Jezus ge­doopt. We zijn in Hem ingeënt. We zijn één plant met hem geworden. Zijn leven vloeit in ons over. Wij zijn in hem en Hij is in ons. De wijnstok en de wijnrank vormen samen één plant.

 

We hoeven dus niet ons best te doen om "in Christus" te komen.

    

God (de landman) heeft ons zelf in Christus geplaatst (inge­nt). "Uit Hem is het dat gij in Christus Jezus zijt"  (1 Kor. 1:30a)

 

Er staat daarom ook niet dat de wijnrank moet zorgen dat hij in de wijstok, in Christus, komt. Er staat dat hij moet zorgen dat hij in de wijnstok, in Chris­tus, blijft. Hij is er al maar hij moet er blijven.

 

Wat is dat "in Christus" blijven?

 

(1) Het is in kontakt met Hem blijven.

 

Wij moeten in kontakt blijven met Jezus.

We moeten in gemeenschap met hem blijven door regelmatig gebed en bijbel­lezen.

 

Stille Tijd houden !!

 

Ons innerlijk oor moet open blijven.

"Wie een oor heeft die hore wat de Geest .... zegt"  (Openb. 2:7)

 

(2) Het is afhankelijk van Hem zijn.

 

"Zonder Mij kunt gij niets doen" (Joh. 15:5b)

 

We moeten in alles zijn wil zoeken, geleid worden door Hem.

 

En we moeten het in alles van Hem verwachten. Niet steunen op onze eigen bekwaamheid en kracht, maar steunen op het werk van de Here Jezus in en door ons heen.

 

Geen natuurlijke kracht en inzicht. (No selfinitiatif, no selfstrength.)

Daarmee lopen we God voor de voeten.

 

Dus: kontakt houden met God, Gods leiding zoeken, niet op eigen kracht steunen maar op Gods kracht, als we dingen moeten doen, het van Hem verwachten. Zo blijf je in Christus.

 

 

 

 

 

7.6.  Gods deel bij het voortbrengen van vrucht: snoeien.

 

"Mijn vader is de landman .. hij snoeit iedere rank die wel vrucht draagt .. opdat zij meer vrucht draagt"  (Johannes 15:1,2)

    

Jezus is de wijnstok, wij zijn de ranken die aan de wijnstok vastzitten door inenting en God de vader is de landman (de wijnboer) die de ranken gaat snoeien zodat er veel (geestelij­ke) vrucht komt. Een wijnboer (landman) wil immers vruchten zien. Daar werkt hij naar toe. Hij bewaakt de wijngaard. Hij graaft er om heen en geeft mest. En hij snoeit.

 

Als je een wijnrank aan zichzelf overlaat dan blijft hij op de grond en gaat alle kanten uit, waardoor hij maar weinig vrucht voort brengt. De ranken moeten vastgebonden worden. Ze worden door de Landman geleid in de richting die hij heeft gekozen. De ranken worden dus in zekere zin beperkt. Ook wordt er ge­snoeid. Er worden gedeelten weggesneden. Zodat alle groei­kracht zich kan koncentreren op de meest veelbelo­vende gedeel­ten. Op dezelfde wijze gaat God in ons leven te werk. Hij leidt ons in de richting van zijn keuze en hij neemt soms dingen weg.

 

Hoe snoeit God in ons leven?

    

God snoeit ons door de omstandigheden en door de bijbel. De bijbel reinigt ons, want door de bijbel zien we wat er moet veranderen in ons leven. (Johannes 17:17; Hebr. 4:12; Jakobus 1:22-25) Maar ook alles wat op onze weg komt in ons leven wordt door God gebruikt om ons te snoeien, om ons te reini­gen. 

 

Romei­nen 8:28-30.

 

God laat alle dingen (alles wat ons overkomt) medewerken ten goede. Wat is dat goede? Het goede is het veranderen naar het beeld van Zijn Zoon (het in ons uitwerken van het karakter van de Here Jezus). Alles wat ons overkomt werkt daaraan mee. Zowel de moeilijke dingen (het lijden) als de goede dingen. Zelfs onze fouten en zonden waarvan we ons bekeerd hebben. Die kunnen ons b.v. ootmoed leren.

 

Het is een feit dat we vooral geheiligd worden (gesnoeid,ge­reinigd) door het lijden dat ons overkomt.

 

God laat beproevin­gen (lijden) in ons leven toe. In beproevin­gen komen we ons­zelf tegen. Dan ontdek je dat je te kort schiet. Het is wellicht makke­lijk om aardig te zijn als je je lekker voelt, maar het is heel wat anders om aardig te zijn als je je akelig voelt en hoofd­pijn hebt. Hoe reageer je dan op je vrouw, op je man, op je kinderen, of op je broers en zusters of ouders? Doordat je dan onderdruk komt te staan komen de zwakke plekken in je wandel naar boven. Dan komt b.v. aan het licht dat je allerlei zaken in eigen kracht deed en niet door de genade van de Heer. Door de genade van de Heer is het immers wel mogelijk om in zulke omstandigheden te overwinnen en goed te reageren. Je komt jezelf tegen en wordt ontdekt aan de meer subtiele zonden.

 

De bijbel gebruikt het beeld van een smeltoven. “de smeltoven der ellende”  (Jesaja 48:10; Ps. 12:7) Door het vuur komt de rommel boven drijven. Het ruwe gouderts wordt gesmolten en als dat gebeurt komen alle onzuiverheden, die naast het goud ook in het erts zaten, bovendrijven. Die onzuiver­heden worden er daarna afgeschept. Zo krijg je zuiver goud. God zuivert ons uit.

    

De omstandigheden waarin wij verkeren vormen DE LEERSCHOOL VAN DE HEILIGE GEEST.

Zo moeten we tegen onze omstandigheden aankijken. Het is daarom goed om ons bij alles wat ons overkomt af te vragen: wat is de les die God mij hierdoor wil leren?  (Hebr. 12:4-11).

 

Als we dat niet doen bestaat de kans dat we de lessen misen die God ons wil leren. Anders kan het zijn dat God je telkens en telkens weer in dezelfde situaties moet brengen om je een bepaal­de zaak af te leren of juist aan te leren.

 

Ter illustratie. Ik heb een zwakke gezondheid. Aan de buiten­kant is er niet zo veel te zien. Veel mensen begrepen dan ook niet dat ik echt zo zwak ben. Het gevolg is vaak onbegrip en veroordeling. Het heeft God acht jaar gekost, voordat ik er mee stopte om mezelf te verdedigen door de situatie steeds maar weer uit te leggen en om begrip te vragen (1). Mezelf verde­digen had in dit geval een averechts effekt. Het maakte de kritiek nog erger. Toch heeft het jaren geduurd voor ik de kritiek en het onbegrip aan God over kon geven. Voor ik op dat punt "verbro­ken" was.

    

Het beeld van de beeldhouwer en zijn beeld. Zoals een beeldhouwer aan zijn beeld beitelt en houwt, zo is God door de omstandigheden aan ons aan het beitelen  (Romeinen 8:28,29).

 

Het slijpen van de ruwe diamant. Zoals een ruwe diamant eerst geslepen moet worden wil je de heldere kleuren en schittering krijgen zo is een christen ook een ruwe diamant die door God (door de omstandigheden, door het woord van God) gesle­pen moet worden wil de schittering van het leven van Jezus in zijn grote volheid naar buiten kunnen komen.

 

Die moeilijke collega op je werk, die onredelijke moeder, en vul verder maar in. Je mag bidden dat God het wegneemt (je wensen bekend maken, Filp. 4:6) maar misschien wil God je er iets door leren.

 

Verspil je tranen niet.

Don't waste your sorrows.

 

"hun die er door geoefend worden" (Hebr. 12:11).

Alleen christenen die er door geoefend worden hebben iets aan Gods tuchtiging. Tuchtiging, hier niet vanwege bepaalde zonden, maar om ons te zuiveren.

 

Er is geen toeval in ons leven. God staat boven alles. Hij weet van te voren wat er gaat gebeuren (Jesaja 46:10). Het geschiedt alles onder zijn toelating. Hij beteugelt het kwade wel. (Hij laat b.v. niet toe dat wij boven vermogen beproeft worden,1 Kor 10:13.) Hij vangt het kwade op en past het in in Zijn plan zodat het moet mee werken ten goede (tot het bereiken van Gods doelen met ons leven). (Genesis 50:20; Psalm 105:16,17)

     

Gods overruling power.

God staat boven het kwade en past het in in zijn plan.

- de boze daad van Jozef broeders

   Genesis 50:20, Psalm 105:16,17.

- Assur wordt door God gebruikt als instrument.

  Assur is de stok waarmee God slaat.

  Toch heeft Assur dat zelf niet door. "maar hijzelf bedoelt dat niet  zo"  (Jesaja 10:5-7)

- mijn dienstknecht Kores (Jesaja 44:28 t/m 45:4)

- enzovoorts

    

Gods bedoeling is om ons te veranderen en om ons toe te rusten voor de dienst aan Hem. Daar gaat het God om in ons leven en niet om ons een gemakkelijk leventje te laten leiden.

 

"Indien iemand achter mij wil komen die verloochene zichzelf en neme dagelijks zijn kruis op en volge mij" (Lucas 9:23 zie ook :24,25 en Lucas 14:25-35 speciaal :33)

 

Natuurlijk is God ook de barmhartige vader die af en toe een adempauze geeft (een speelkwartiertje als onderbreking van de schooltijd). God weet wat ieder van ons aan kan.

 

Hij zal niet boven vermogen beproeven. Met de beproeving zorgt hij voor de uitkomst

(1 Kor. 10:13)

 

Door de storm gaan de wortels van een boom dieper de grond in. Als de storm van de beproeving over ons leven heen gaat zullen de wortels van ons geloof en onze wandel met God ook dieper de grond in gaan (2 Kor 1:8-10  "opdat wij ..."). Het geloof wordt sterker. Onze afhankelijkheid van de Heer wordt dieper.

 

De landman, God de Vader, snoeit opdat er meer vrucht komt. Daarbij ge­bruikt Hij het gouden snoeimes van het woord van God en het ijzeren snoeimes van de omstandigheden die Hij toelaat in ons leven.

 

7.7.  Het deel van Jezus bij het voortbrengen van vrucht

 

"gelijk Ik in u"   (Johannes 15:3,4)

 

Jezus is in mij en ik ben in Hem.

 

Als ik in Hem blijf dan brengt "Hij in mij", dat wil zeggen "dan brengt zijn leven in mij", de vrucht voort.

 

Hij brengt de vrucht voort en niet ik. Hij doet het in mij en door mij heen. Door onze beschikbaarheid en ons vertrouwen op Hem heen.

 

 ----------------------------------------

 

Eindnoten

 

(1) Jezelf verdedigen is niet per definitie fout. Het gaat er om dat jezelf op een geestelijke wijze verdedigd. Zie de studies over assertiviteit, kritiek, geestelijke strijd (vijandschap) en verbrokenheid

 

 

HOME
De andere studies over de praktijk van het christenleven